vastgelegd. Het zich angstvallig houden aan beginselen is uit den booze en even schadelijk als het verwaarloozen van die beginselen. De noodzakelijke soepelheid wordt verkregen door het nauwe contact, dat steeds moet bestaan tusschen den E. I. en den A. B. van de trpepenmacht in het gebied van de betr. et.-inspectie. Daardoor is de E. I. steeds op de hoogte van de verpl.-omstandig- heden van die troepenmacht en weet hij, wat door den troepen-int. in diens verplegingsgebied verzameld is kunnen worden en wat niet, welke de oogenblikkelijke behoeften aan die uitrustingstuk ken zijn, enz. Het hangt nu in de eerste plaats van de tactische omstandig heden af, of overgegaan moet worden om op het eindstation een reserve voorraad verpl.-artn (in alg. zin) op te leggen, of zelfs van een zekere hoeveelheid van die artn naar de et.-eindpunten naar voren te schuiven 1). De bewegelijkheid van het front heeft hierop grooten invloed, omdat daarbij de kans op verloren gaan van die voorraden in het geding komt. Ook de kwetsbaarheid van de verbindingen en de mogelijke tijdduur van stagnatie in den aanvoer moeten hierbij onder het oog worden gezien. Het is in dat geval wel niet bepaald noodzakelijk, doch ten zeerste ge- wenscht, dat die opgelegde voorraden, v. w. b. de levensmiddelen, uit een zeker aantal rantsoenen No. 1 bestaan. Daardoor is gedu rende zekeren tijd volledige verpleging gewaarborgd wanneer stagnatie in den aanvoer ontstaat. Neemt men aan, dat de zon der aanvraag van achteren aangevoerde levensmiddelen steeds een aantal volledige rantsoenen No. 1 vormen, dan wordt daar mede bovendien eene regelmatige arbeidsmethode op de Reg.-afd. bevorderd. Zooals vroeger reeds werd gezegd, moet de E. I. steeds zorgen, dat hij een rantsoen 1 onmiddelliik kan veranderen in een rantsoen II. Minstens één surplus moet dus steeds op het spoor wegeindstation of nog meer naar voren beschikbaar zijn. Dit brengt echter weinig bezwaren met zich mede, daar dit surplus voor een troepenmacht ter sterkte van een tegenwoordige Br. slechts 2000 K. G. gewicht heeft (draagvermogen van één twee- ton svrachtau to). Ook het verzenden van een aantal rantsoenen van het spoorweg eindstation naar de et.-eindpunten heeft belangrijke voordeelen. Gedurende den opmarsch van het spoorwegeindstation naar de et.-eindpunten kan de tactische toestand zoodanig veranderen, dat de ev. door den troepen int. verzamelde voorraden niet meer be schikbaar of onbereikbaar zijn. Dan bliikt eerst recht het voordeel om over een zeker aantal compleete en mobiele rantsoenen te kunnen beschikken. Dat aantal zal dan in overeenstemming zijn met de laatst bekende sterkte van den troep. Wat overbodig blijkt te zijn, wordt eenvoudig weder mede teruggevoerd naar het Voor sommige artn o. i. niet te ontgaan (b. v. schoeisel). 39

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 39