jaren worden deze voorstellen van den Raad opnieuw onderzocht
en zoo noodig herzien (Art. 8). Een permanente commissie dient
den Raad van advies bij het opmaken van de zooeven bedoelde
voorstellen en voorts bij de behandeling van alle vraagstukken
betreffende land-, zee- en luchtmacht.
Alle geschillen tusschen de leden van den Volkenbond'zullen
worden beslecht door arbitrage of worden voorgelegd aan den
Raad.
Is het geschil aan den Raad voorgelegd en heeft deze met
algemeene stemmen een oplossing aanbevolen, dan zullen de leden
van den Volkenbond niet overgaan tot oorlog tegen den staat,
welke de door den Raad aanbevolen oplossing aanvaardt. Heeft
de Raad niet met algemeene stemmen een oplossing aanbevolen,
dan zijn de leden van den bond vrij om te handelen, zooals volgens
hun eigen opvatting noodzakelijk is.
De Kaad kan het geschil ook aan de Volkenbondsvergadering
voorleggen; een oplossing goedgekeurd door den Raad en de
meerderheid der Vergadering heeft dezelfde beteekenis als een
oplossing door den Raad alleen met algemeene stemmen aanbe
volen. Zie verder Art. 10 tot en met 17 van het grondverdrag.
Niettegenstaande de verschrikkingen van den pas geëindigden
volkenooriog bleek ook hier de practijk ver van de theorie te zijn.
Wel had de wapenstilstand van Nov. 1918 een einde gemaakt aan
den oorlog tegen de z. g. centrale mogendheden, doch alleen voor
zoover hij gewapenderhand gevoerd werd; economisch ging hij
onverpoosd voort. In Eur.- en in Aziatisch-Rusland, in Syrië, in
Klein-Azië, in Mesopotamië, was het oorlogsonweder niet van de
lucht. Vrees voor het bolsjevistische spook speelde hierbij een
groote rol, maar ook, de vredesvrienden moesten het met smarte
lijke verbazing ervaren, de imperialistische neigingen van de
machthebbenden, die de schoone leuzen, waaronder zij den oorlog
tegen het „pruisianisme" gevoerd hadden, geheel vergeten schenen
te zijn. Men bemerkte dan ook niets van de voorstellen tot ver
mindering van de bewapeningen, welke de Volkenbondsraad ver
plicht is te ontwerpen.
In de eerste zitting van de Volkenbondsvergadering (15 Nov.
18 Dec. 1920) klonk echter een ander geluid, dat eenige hoop
voor de toekomst scheen te geven. Niet alleen werd hier de
oprichting van een internationaal gerechtshof voorbereid 1), maar
ook werd een poging gedaan om het vraagstuk der bewapeningen
in behandeling te nemen.
Zooals boven werd medegedeeld, had het grondverdrag een
permanente commissie van deskundigen ingesteld om den Volken-
Sedert is de oprichting van het internationale gerechtshof tot stand
gekomen ten gevolge van de benoeming van de rechters en hun
plaatsvervangers gedurende de tweede zitting van de Volkenbonds
vergadering in Sept. j. 1.
3