sterkte van ons leger zal een in te nemen stelling altijd te omtrekken zijn, zij het misschien niet in uren, dan toch in dagen of eene week, terwijl aan de andere zijde het voor onze legersterkte wel ondoenlijk zal zijn eene door een in getalsterkte overmachtigen vijand ingenomen stelling te gaan belegeren. Slechts plaatselijk, c. q. bij het verdedigen van werken, zal de stellingoorlog op kleine schaal voorkomen en dan zullen wij verdediger zijn. De aanvaller zal ons dan echter de doelen bieden (men kan hier bijna in het negatieve spreken), welke ik hiervoren besprak en waarvoor ik het schema van een gez. gevechtsschietoefening ontwierp. Aan den anderen kant lijkt het mij, dat in de toekomst een zuiver ont moetingsgevecht niet meer zal voorkomen, aangezien onze ver kenningsorganen wel steeds tijdig plaats en beweging van eene vijandelijke troepenmacht zullen melden, zoodat gelegenheid tot voorbereiding van het gevecht van weerskanten aanwezig zal zijn. Ik beroep mij ten deze op eene uitspraak van Duitsche zijde nl. „Die Lehre dasz das Begegnungsgefecht mit der Entwickeiung aus der Marschkolonne ganz besonders oft vorkomme, war auch bei uns stark verbreitetDie Deutschen haben schon zu Beginn des Krieges nicht nach diesem Grundsatze gehandelt; denn ihre Aufklarung arbeitete gut genug, dasz sie in der Regel in der Lage waren, rechtzeitig aufzurnarschieren und ihre Divi- sionen einheitlich und krafftvoll einzusetzenHeute muss als feststehende Regel angenommen werden, dasz man auch im Bewegungskriege so frühzeitig aufmarschiert, dasz vereinzelter Einsatz der vorderen Glieder der Divisions-kolonne ausgeschlossen ist, und dasz gleich von Beginn des Kampfes an das enge Zusam- menarbeiten der Inf. und Art. unter allen Umstanden sichergestelit ist." M. H. Ik ben hiermede aan het einde van mijne voordracht gekomen. Slechts wil ik U nog met een enkel woord spreken over de vuursoorten der inf. Thans kennen wij nog het indiv. vuur en het salvo vuur, omtrent welke vuursoorten het Aanhangsel S. V. zegt: „De hoofdvuursoort in het gevecht is het indiv. vuur, waarvan de snelheid zich regelt naar de zichtbaarheid der doelen (zoo noodig afstand) in verband met de geoefendheid van den man. En om trent het salvovuur: „Het salvovuur kan tegen een modern bewa penden vijand slechts hoogst zelden worden toegepast. Een eerste vereischte is daarbij, dat men zelf niet werkzaam kan worden beschoten. Als middel om den afstand te bepalen is het welslagen in hooge mate afhankelijk van bijkomende gunstige omstandigheden. Als middel om den troep in de hand te houden, verraadt de toepassing de geringe gevechtswaarde". Ik vermeen dat het reglement zelf in zijn stipuleering van het salvovuur, dit vuur veroordeelt en het lijkt mij, dat deze soort vuur in de practijk niet meer zal voorkomen. En waar de beoefening daarvan kost baren tijd vordert, zoude ik er voor zijn, dit vuur uit onze voor- 46

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 46