vrijstellingen bij plaatsing in enkele buitenbezittingen en in bijzon dere omstandigheden vrijstellingen van de verplichting kan worden verleend aan de kapiteins der inf. en der genie, behoorende tot het oudste l/4, en aan de offn van de krijgsschool. Wordt het in het belang van den dienst noodig geacht, dat deze offn een paard houden, dan moeten zij ook van die verplichting niet worden ontheven, tenzij aanwezig zijn de bijzondere omstan digheden vorenbedoeld. Twee paarden moeten of kunnen aanhouden de Afd. tevens Br. Comdtn, de offn van den Generalen Staf en ook de buiten hun wapen dienende offn der cav. De vraag is gewettigd of zulks noodig is, zoowel met het oog op het sedert in gebruik komen van dienst- en legerauto's als in verband met den lust en den beschikbaren tijd om als regel 2 paarden buiten den gewonen dienst te rijden. M. i. kan met één paard worden volstaan. Waar het Leger zich in het buitenland moet remonteeren en het aantal beschikbare paarden niet zoodanig is, dat er royaal mede kan worden omgesprongen, zal bij de toewijzing van paarden aan offn groote zuinigheid moeten worden betracht, zoodat alleen zij in aanmerking komen, voor wie het houden van een paard nood zakelijk is; m. i. is hiermede bij de samenstelling van het lijstje van het verplicht aanhouden van dienstrijpaarden niet voldoende reke ning gehouden. Evenmin als het tegenspraak zal ontmoeten, dat offn die gere geld hunne diensten bij troepen te paard moeten verrichten of elk oogenblik daartoe kunnen worden geroepen, in het bezit moeten zijn van een dienstrijpaard, evenmin zal bestrijding vinden de bewering, dat het niet noodig en ook niet mogelijk is om alle offn, voor wie bij mobilisatie op een paard wordt gerekend in vele gevallen slechts zuiver als vervoermiddel- een dienstrijpaard te doen aanhouden. Echter moet de gelegenheid bestaan, dat verschillende offn hunne bedrevenheid in het paardrijden kunnen onderhouden; hier toe is wel eene oplossing te vinden, zoowel door het doen houden van rijcursussen (boven die bedoeld in A. O. 1910 nr 5) als door het doen gebruiken van troepenpaarden, waarop desnoods met de sterkte aan troepenpaarden ware te rekenen. Vermoedelijk zal bij de samenstelling van het vorenbedoelde lijstje ook wel gerekend zijn op de noodzakelijkheid om het paard rijden te dcca onderhouden, doch de practijk is hiermede zeker niet in overeenstemming, gezien het groote aantal officierspaarden, dat weinig of nooit door hun heer wordt bereden of geregeld door de paardenoppassers, soms op de onmogelijkste plaatsen, wordt rondgeleid 1). Vetdruk van ons. Red. 48

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 48