Zonder hier het meergenoemde lijstje geheel na te pluizen, wordt vermeend, dat, gelet op het vorenstaande en indien meer rekening wordt gehouden met de verschillende betrekkingen, ver scheidene officieren uit de opgave zouden kunnen vervallen; ik noem b. v. de offn der int., die van gezondheid, van den pl. staf, der genie (behalve enkelen der genietroepen), der art.-inrichtingen, van den top. dienst, de offn afkomstig van de krijgsschool, de reserve-officieren van niet-bereden troepen (voor wie ook de rijlessen, bedoeld in algemeene order 1910 nr 5, onnoodig voorko men), enz. Door vorenbedoelde beperking in het afstaan van paarden zal voorts een niet onaanzienlijke besparing in kosten worden verkre gen (toelagen voor fourage, onkosten, waardevermindering, ver zekering, paardenoppasser) Paardenoppassers. Volgens A. O. 1920 nr 35 moeten de offn, die verplicht zijn tot het houden van een of meer dienstrijpaarden beschikken over een lnl. militair als paardenoppasser, die volgens den 1. L>. daartoe genegen moet zijn, vrijgesteld wordt van korps- en garnizoens diensten, geen werkgeld betaalt en een toelage ontvangt. Mogen er al lnl. militairen zijn, die het baantje van paarden oppasser niet ainbiëeren, omdat zij, vooral als Sarina en de noodige kinderen tot hun gevolg behooren, het kazerneleven verkiezen, daartegenover staat, dat de meesten zich wonderwel weten te schikken in die betrekking met het weinige werk 2) en de goede inkomsten, zelfs zóódanig, dat zij er wel voor zorgen zich niet te veel in te spannen en vooral niets te doen wat niet onmiddellijk met hun paard te maken heeft. Het oordeel over de mil. oppassers is dan ook niet onverdeeld gunstig en verscheidene offn zouden hun vroegeren paardenjongen liever terug hebben. Toch zou ik de instelling van mil. paardenoppassers niet willen missen, doch een andere regeling lijkt mij wel noodig. Waar de offn verplicht zijn een militair als paardenoppasser te nemen, dus hun dit als dienst is opgelegd, lijkt het mij aangewezen de betrekking van paardenoppasser ook als dienst aan te merken voor den militair. Indien een off. een paardenoppasser wenscht, zal hij in zijn eigen belang wel zorgen zich daarvoor eenige moeite te getroosten en dus bij de beschikbare personen navragen of doen navragen Wij zijn het geheel met den geachten Schr. eens, dat in deze belangrijk bezuinigd kan worden; het lijstje kan aanzienlijk worden besnoeid en het uit te sparen geld kan heel wat nuttiger worden aangewend. Red. 2). O. i. veel te weinige. 49

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 49