ling, plaats vond, met als gevolg materiëele en moreele nadeelen voor bepaatde personen of groepen van personen. Die nadeelen werden puntsgewijze aan het licht gesteld en voor zoover bekend kunnen zij door niemand op redelijke gronden worden ontkend, weerlegd of vergoelijkt. In stede van dit stelsel werd toepassing van periodieke bevorde ringen aanbevolen, waarbij de officier respectievelijk na 3, 11, 20 en 23 jaren bij gebleken geschiktheid tot lsten luitenant, kapitein, majoor en luit.-kolonel wordt benoemd, maar dan ook geen dag eerder Daartoe is noodig dat met de starre formatie in die rangen wordt gebroken. Wij hebben ons thans voorgesteld het systeem nader in beknop- ten vorm uit te werken en zullen tevens trachten de bezwaren te weerleggen, welke men gewoonlijk daartegen weet aan te voeren. Behalve de wapens komen n. o. m. voor toepassing van dit systeem in aanmerking de dienstvakken der Int. en der Mil. Adm. De toepassing ondervindt gelet op de huidige gangbare begrippen de meeste moeilijkheden bij het wapen der Inf. Toch zijn die moeilijkheden niet onoverkomelijk en bij goeden wil welke bij de R e g' e e r i n g aanwezig moet worden geacht kan de kwestie op bevredigende wijze worden opgelost. Daartoe is noodig, dat eenige betrekkingen, thans door kapiteins vervuld, ook openstaan voor hoofdoffn. Deze betrekkingen zijn o. m. Cos. kaderscholen, strijderswielrijders, subsistentenkaders, marechaussée, legioen, Mil. school, chef Kabinet, adjudanten van de Divisie-Comdtn, een aantal hoofdofficiersplaatsen meer op het D. v. O. enz Rij de Iste, Ilde en Xde Afd. van het D v. O. is genoeg gelegenheid tot plaatsing van evenbedoelde hoofdofficieren. Er zijn tal van bureaux, waarbij het er weinig toe of afdoet, of de titularis kapitein, majoor, dan wel overste is. Wat de te betrachten continuïteit betreft, die volgens sommigen daarbij dan gevaar zal loopen, erkend moet worden dat er een héél enkel bureau is, dat daaraan behoefte heeft. Overigens zou het een weldaad zijn voor het leger, als de heeren om de twee a drie jaren de kantoorkruk eens konden verlaten, ten einde inten- sieven troependienst te verrichten. Dit geldt in de eerste plaats voor hen, die aan eigen onmisbaarheid gelooven. Dit laatste achten wij v. z. v. de bevordering tot 1ste luit. en kapitein aangaat, een der voornaamste voordee- len van het systeem. In die richting zoude ook goed resultaat kunnen worden bereikt en de stabiliteit in den gang der promotie worden vergroot—door de verlofgangers in de formatie op te nemen en te bepalen dat een zeker percent der formatie met verlof kan zijn. Voorts door zooveel mogelijk bij alle wapens en diensten de promotie der Inf. te volgen (Zie I. M. T. Sept. art. No. 6). Red. 53

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 53