batt.-commando behoeft op te dragen. Dit zal natuurlijk nog minder het geval zijn, indien de termijn voor den majoorsrang op 20 jaren wordt gesteld. Ten opzichte van de I n t. en Mil. Ad m. kunnen wij kort zijn. Als regel is daarbij geen enkele reden, waarom een bepaalde functionaris een bepaalden rang zou moeten bezitten. Voor beide dienstvakken lijkt periodieke bevordering als geknipt. De invoering van het stelsel der periodieke bevorderingen moet uiteraard geleidel ij k geschieden en dit om velerlei redenen. Wanneer b. v. medio 1922 daartoe mocht worden beslo ten, zou men althans bij de inf. voor een moeilijk geval staan. De 3 jaren '00, '01 en '02 zouden dan plotseling majoor moeten wor den! Gelet op de bovendien groote promoties van '01 en '02 zou dit den beker doen overloopen. Ten einde ook onnoodige over plaatsingen te vermijden en hoog voor majoor staande kapiteins alsnog in de gelegenheid te kunnen stellen om aan de proef te voldoen, behooren overgangsbepalingen te worden geschapen om de invoering zonder schokken te doen plaats hebben. Zoo zou b. v. de termijn voor majoor aanvankelijk op 21, daarna op 20 1 /2 en vervolgens op 20 jaren kunnen worden gebracht. In dit systeem loopt men minstens vijf jaren als hoofdofficier; dit geldt dan voor de gepasseerde majoors. Zij, die het tot luit - kolonel, doch niet verder brengen, kunnen minstens 7 a 8 jaren van een behoorlijk tractement als hoofdoff. genieten. Zulks in tegenstelling met den huidigen toestand, waarbij men vaak slechts een luttel aantal jaren in den hoofdoff.-rang kan verblijven Ook van de gepasseerde kapiteins kan nog een 3-tal jaren nut worder. getrokken. Het is duidelijk, dat deze regeling ook ten voordeele werkt van den pensioenslast. Zooals wij in ons vorig artikel deden uitkomen, zouden deze gepasseerde officieren bij voorkeur te werk moeten worden gesteld op het D. v. O. en in de Buitengewesten. Evenwel zijn in den troep op Java ook nog eenige voor hen passende betrekkingen open, o. a. commandant van de Subsistentenkaders. Een en ander houdt natuurlijk verband met de B.V. tactiek. Struikelt men hierop, dan is men tegen den I. V. en op den kantoor stoel nog dikwijls zeer bruikbaar. Ook de vele betrekkingen, thans door gepensionneerde offn vervuld, zouden door vorenbedoelde gepasseerden moeten worden bcklcGci. Veel verandering brengt dit laatste in de toekomst niet teweeg; men mag alleen de uniform blijven dragen. Thans de bezwaren, die de tegenstanders van het stelsel weten aan te voeren. Deze bezwaren zijn bijna zonder uitzondering van denkbeeldigen aard, hoewel zij op het eerste gezicht indruk maken. 55

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 55