-! 10. ORGAAN N. I. O. V. JANUARI. Ditmaal al een zeer interessante aflevering! Behalve een opstel over de verdediging van het Suezkanaal, het slot van het Bezoek aan het voormalige ltaliaansche front, een vervolg van „Reglement of Wetenschap," noemen we vooreerst het artikel „Paspoorten en certificaten van goed gedrag." S.— de Majoor Bannink behandelt de vigeerende regelen inzake ontslag van Indische militairen eri betoogt, dat die van de Marine heel wat beter zijn. Bij de Zeemacht wordt, naar S. vermeldt, b. v. bij het eervol ontslag een certificaat van aanbeveling uitgereikt, echter alleen aan hen, die door langdurig en goed dienen voor zoodanige aanbeveling in aanmerking komen het is bepaaldelijk eene belooning voor trouwen, eerlijken dienst. Dit certificaat is een keurig, blauw boekje, verlucht met het rijkswapen; de Minister van Marine verklaart daarin, dat de betrokkene zich door gedrag, bruikbaarheid en plichtsbetrachting heeft onderscheiden en derhalve bij het zoeken van een hem passenden werkkring ten volle wordt aanbevolen. Aan het slot zegt S.„Aan de hand van de Marinebepalingen kan het echter niet moeilijk zijn om ook den Ind. militair ontslag uit den dienst te verleenen op een wijze, welke wat meer rekening houdt met diens part. belangen en de aanvulling van het Leger zelf. Dan zullen het paspoort—al dan niet rood gedrukt—het briefje van ontslag en het cert, van goed gedrag hun langsten tijd hebben gehad en ook in deze zoo belangrijke aangelegenheid een ai te eenzijdig mil. standpunt plaats maken voor eene ruimere opvatting van de ontslagregeling." Daarna volgt „Gehuwd en ongehuwd", waarin bedenking wordt geuit tegen het systeem om gedurende detacheeringen der offn van de H. K. S. bij het toekennen van toelagen verschil te maken tusschen gehuwden en ongehuwden. Waar beide categoriëen hetzelfde tractement ontvangen, 't geen S. logisch acht, zou 't z. i. ook logisch zijn, dezelfde toelagen te geven. Geklaagd wordt verder over het onvoldoende zijn der toelagen. Vermeld wordt nog, dat tegenwoordig de gehuwde, gedet. officier iederen Zaterdag een vervoerbewijs ontvangen kan voor een heen- en terugreis naar Den Haag voor gezinsbezoek. Men is tegenwoordig in Holland wèl goedig om zulke o. i. ongemoti veerde gunsten te verleenen (de toelage gaat zeker bij moeders pappot toch nog door?). De Kapt. Graaff behandelt het art. uit de vorige aflevering: „Het Ind. leger als Vakschool" en geeft denkbeelden over de verwezenlijking van het voorstel Ilieuwenhuijs, welk voorstel ook reeds in dit tijdschrift werd gedaan, zie het art van Overste Sachse (I. M. T. No. 8). Als redenen voor de vakopl. in het Am. leger noemt S. a. de onmogelijkheid in vredestijd in een vrijw. leger voldoende afwisse ling en perspectief in den dienst te brengen b. de moeilijkheid om de vrijw. na hun dienstverband als bruikbare leden aan de maatschappij terug te geven, als zij alleen militair opgevoed zijn c. de slechte resultaten van de werving. Het derde argument, dat een direct gevolg is van a en b, heeft geloof ik den doorslag gegeven, de resultaten van de werving waren in het voorjaar 1920 zeer slecht, ondanks alle reclame en tractementsverbetering. Men heeft toen gevoeld, dat, als men de menschen gedurende hun dienst verband een vak leert, en de tijd daarvoor is in elk vrijw. leger te 62

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 62