vinden, speciaal bij de niet bereden wapens, de kansen om in de maatschappij te slagen voor den gepasporteerden soldaat, sterk stijgen, en dat dit vooruitzicht de werving en het leger zeer ten goede zou komen. Kapt. G. betoogt terecht, dat vooral „scheppende" arbeid voor den sol daat van groote 'waarde is. Verder, dat we voor oorlogstijd moeten be schikken over een groote hoeveelheid Eur. kader, waarvan echter in vredestijd slechts een deel in actieven dienst kan zijn ook vanwege de kosten zoodat na een betrekkelijk kort verband de man een goed betaalde betrekking in de burgermaatschappij dient te kunnen krijgen, waarvoor, gedurende het mil. verband, door opleiding gezorgd moet worden. „Hij is dan een bruikbaar lid van die maatschappij, en een bruikbare reserve voor het leger geworden. Wel zal hij in zijn burgerbetrekking iets van zijn paradegeschiktheid verliezen, maar van zijn algemeen mil. bruik baarheid zal hij, vooral als hij opgeleid is voor techn. en niet voor adm. werk, niets inboeten". Als verdere voordeelen noemt S.a. De oplossing van het vraagstuk der technische arbeidskrachten voor een modern leger. b. Een steeds groeiende reserve door het korter dienstverband, c. Verminderde pensioenlasten. d. Afname van alcoholmisbruik en lijders aan V en S. Bij dit laatste zij 't vergund een? te zetten. Om de kosten zoo laag mogelijk te houden, beveelt Kapt. G. aan 1. het toezichthebbend, onderwijzend en adm. personeel zal zooveel mogelijk door het leger zelf geleverd moeten wordendit kan niet direct, maar wel geleidelijk, zoodat men de zaak in het klein zal moeten beginnen, b.v. eerst voor een groot garnizoen 2. de voor oefening vervaardigde voorwerpen zullen door het leger gebruikt moeten kunnen worden, c. q. door andere takken van dienst, dan wel particulieren. Dit kan door de timmerlieden voorwerpen van kazerneering, schoolban ken, c. q. kozijnen, ramen en deuren te laten maken de smeden en bank werkers kazerneering, ijzer voor bouwwerken enz. op te dragen. Motor herstellers repareeren in de eerste plaats mil. auto's, instrumentmakers toestellen voor de berichtenwisseling, enz. Een voorloopige proef b.v. te Tjimahi zou, naar de meening van ZWEG niet veel behoeven te kosten. 0.1. WARE DEZE PROEF ZOO SPOEDIG MOGELIJK TE HOUDEN. Kapt. v. Renesse geeft weer „Interrupties op Verplegingsgebied'', terwijl de heer Brest v. Kempen een waardig gesteld verweer schrijft tegen het N. 1. O.V. plan (Haagsche comm.), tevens nadere verdediging van de voorstellen der Bred. comm. over de officiers opleiding. Met S. kunnen we instemmen, waar hij vermeent, dat de Indische opleiding niet in belangrijke mate andere eischen stelt dan de Hollandsche, „de grondslagen voor een opleiding zijn overal gelijk". Mits niet overdreven, ook met het volgende „Het grootste gedeelte der offn van de K. M. A. en den H. C. afkomstig, heeft bij de studie eigenlijk nooit zelfstandig leeren werken, zoeken en vinden, en komt er daarom later heel moeilijk toe een onderwerp serieus in studie te nemen. Bij de opleiding moet een geheel andere methode gevolgd worden dan de tegenwoordige, de opleiding moet er op gebaseerd zijn, belangstelling te wekken voor de verschillende vak ken; men verkrijgt dit bijv. door de leerlingen zelfstandig te leeren werken, door ze eenige malen in ieder cursusjaar taakwerk op te geven" En ook met dit: „Natuurlijk moet er leiding zijn bij de studie, een krachtige leiding zelfs, waar die noodig blijkt; bij het bestaande systeem beperkt zich die leiding 63

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 63