In „Uit Pers en Periodiek" treffen we aan het Rapport van een Ned. commissie (V. O. N. L.) over dereorganisatie van het Mil. Onderwijs. Deze 3de comm. kan in menig opzicht met het Bredasche plan medegaan. Zij wijst echter op de noodzakelijkheid de a. s. offn tot „instructeur" te vor men. De lessen der Br. comm. moeten h. i. worden aangevuld met Re glementen-studie, met eenige kennis omtrent ons volkskarakter, de psycho logie van den soldaat en van den troep, de methodiek in de opleiding e.d. „Zij (de comm.) acht het overigens zeer gewenscht, dat den leerlingen ook eenig inzicht wordt gegeven in de plichten, die op den off. rusten ten opzichte van de maatschappij, de sociale verhoudingen enz. Verder schijnt het haar wenschelijk toe, dat de lichamelijke opvoeding een onderwerp van groote zorg wordt, dat de leerlingen derhalve vol doende bedrevenheid verkrijgen in zwemmen, lichte athletiek, spelen en paardrijden, doch ook in schieten met geweer, revolver en mitrailleur, teneinde in deze vakken, voor zooveel noodig, ook als i n s t r u c t e u r te kunnen optreden. Wijders acht zij het gewenscht, het onderwijs aan te vullen met tactische kaderoefeningen in het terrein en practische toepassingen, als pionieren, terreinschetsen e. d. Zij acht het eindelijk noodzakelijk, dat de leerlingen leeren spreken, zoowel over een bestudeerd onderwerp, als voor den vuist, zoomede dat zij eenig zangonderricht ontvangen." Splitsing in tact. en tact.-techn. richting wordt ongewenscht geacht, terwijl het Internaat boven het Externaat wordt verkozen. Waar dit rapport onderteekend is door den heer „de Gelder", verdient het zeer zeker alle aandacht. Het art.„Uit den Volksraad" bevat o. m- het volgende over de nivel- leering „Tenslotte nog de volgende verrassende mededeeling in de M. v. A. "„De herziening voor het Leger is nog niet geëntameerd, zoodat omtrent de gevolgen slechts in het algemeen gezegd kan worden, dat eerder vermindering dan stijging der uitga ven te dien aanzien wordt verwacht." Wat bedoeld de Regeering hiermede Moeten wij hierin een bevestiging lezen van wat reeds lang werd gevreesd Wij meenen recht te hebben op een duidelijker uitspraak l terwijl verder de voorstellen tot wijziging van het Reglement voor het Wed- en Weezenfonds worden vermeld. Gelijk bekend zijn die voorstellen in den Volksraad weinig gunstig ontvangen. Uit het lijstje achterin blijkt, dat ondanks het kameraadschappelijk karakter dat grondslag voor het fonds behoort te zijn en ondanks het feit, dat elk offs-weduwe voldoende moet ontvangen om zeer bescheiden van te leven welk bedrag voor elke offs-dame uiteraard hetzelfde is en tenslotte ondanks het feit, dat in verband met a 11 ij d te betrachten zuinigheid -elk méér uit den booze is, er weder belangrijke verschillen worden gemaakt. Sinds is gebleken, dat de bedoeling was te zeggen: dat de herziening voor het Leger niet duurder zal zijn dan de vigeerende regeling met duurtetoeslag. 65 D. D.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 65