Rev. Mil. Générale. Aug. „L'organisation des troupes noires"
bespreekt de eigenschappen van de zwarte troepen en komt tot de
conclusie: „que le noir type moyen de l'Afrique Occidentale est
un être vigoureux, mais grossier, dune intelligence nonchalante
et limitée, d'un carractère apatique et plütot résigné, aisément
malléable et vierge de toute haine contre nous. 11 manquera de
faqon le plus compléte d'initiative;aan den anderen kant zullen
de bevelen letterlijk worden opgevolgd, zijn ze koppig en vasthoudend
in een verd. gevecht, terwijl bij den aanval een neiging bestaat zich niet
van hun aanvoerder te scheiden. Voor de opleiding van den negersoldaat
moet men minstens rekenen op eenige jarenbii een nauwer contact met
Eur. soldaten kan men deze tijd bekorten. Het vergelijken van de waarde
van de verschillende rassen heeft niet veel waarde volgens Schr de
vraag is of zij in een modern gevecht van waarde zijn. „S'il en est ainsi,
il est hors de doute que Ton doit utiliser les troupes noires pour Ia seule
raison que le soldat franqais devient d'autant plus précieux qu'il se fait
plus rare". Een g'oote factor hierbij is de vraag of de eenheden dezer
troepen slechts moeten worden voorzien van Eur. kader of dat gemengde
eenheden noodzakelijk zijn. Hoe minder Eur. hoe mobieler de troep wordt,
in verband met de geringe behoeften van de zwarte troepenaan den'
anderen kant mag men dan niet meer op initiatief van deze eenheden
rekenen. Het eerste is in den strijd tegen den I. V. van belang, het tweede
echter een groot nadeel in een oorlog tegen een modern bewapenden
tegenstander. Tegen dit kwaad bestaat slechts één remedie n.l.
bij de eenheden een groot aantal elementen met veel initiatief
in te deelen, dus het Eur. kader sterk te vermeerderen en
bovendien Eur. soldaten daaraan toe te voegen
Ook in den grooten oorlog is* het gebleken, dat „lorsqu'il se trouve dans
une section, privée de ses chefs, un seul soldat blanc, c'est a lui inévita-
blement que les gradés noirs s'adressent, comme au seul capable de so-
Iutionner la situation et cela malgré tout l'orgeuil des noirs et malgré
toutes leurs affirmations qu'ils sont les égaux des blancs". Schr. wil dus
een zeer innige vermenging ofschoon hij zegt: „A la vérité, il s'agit moins
d un amalgame que d'un encadrement trés renforcé par une substition de
1 element blanc a l'élément noir dans tout ce qui exige l'emploi des facultés
de 1 esprit
Een verhouding van 25 Eur. op 100 negers vindt hij voldoende.
In den oorlog hebben eenheden van zwarte troepen in verschillende
graden van menging met Eur. gestreden. Aan de Dardanellen hebben de
Begten, waarbij de Batons uit 2 inl. en 1 Eur. comp. bestonden zeer goed
voldaan. Aan het W.-front heeft men de verbanden der zw. troepen geheel
verbroken, waardoor het gevoel van samenhoorigheid verdween. Ten slotte
zegt hij„Peul-être, si Ie noir acquerra les qualités nécessaires pourra-t-on
revenir tout simplement a l'organisation primitive des troupes noires
n exigeant qu'un nombre trés restreint d'Européens"; certaines races long-
temps courbées sous des jougs puissants, des races esclaves manquent
en consequence d'audace guerrière.''
Hoewel de eigenschappen van de inl. rassen tot ons leger behoorende
niet geheel identiek zijn met die der in dit stuk behandelde negers, lijkt
dit opstel ons wel van belang, waarom dan ook uitvoeriger hierop is
ingegaan. y
In „Renseignements et liaisons" klaagt Schr. dat niettegenstaande de
verk. patrs en afdn zeer belangrijke berichten binnen brachten omtrent de
bewegingen van den vijand, deze gegevens toch niet werden benut, omdat
„ne sachant en déduire de conclusions précises, elle n'en signalent pas la
valeur dans leurs rapports". Ook de gegevens, verkregen door het uithooren
Lijkt ons ook voor Javanen juist.
.72
Red.