Fransche delegatie had bindende instructies gekregen in geen geval in vermindering van deze getallen toe te stemmen. Balfour stak in zijn antwoord op Sarraut's mededeeling zijn meening niet onder stoelen of banken. Hij noemde het niet zondei reden hoogst eigenaardig zulke voorstellen tot vlootuitbreiding in te dienen op een conferentie, welke tot vermindering der vloot- sterkten bijeengeroepen is. Hij ontzegde aan de Fransche voor stellen elk defensief karakter; een dergelijke groote onderzeevloot stond in geen verhouding tot een slagvloot van 175.000 ton en kon dus alleen tot vernieling van koopvaardijschepen bestemd zijn. Frankrijk zou de sterkste onderzeevloot hebben en het is zeer duidelijk, dat een dergelijke, moderne strijdmacht binnen enkele mijlen van de Britsche kust de grootst denkbare bedreiging voor Groot-Britanje zou vormen 1). Kreeg Frankrijk zijn zin, dan zou Groot-Britanje in geen enkele beperking van het z. g. kleine materiëel kunnen toestemmen. Italië en Japan sloten zich bij deze verklaring aan. Hiermede was feitelijk over een belangrijk onderdeel van^ het vraagstuk der maritieme bewapening beslist en wel in ongunstigen zin: aan den wedstrijd in het bouwen van lichte kruisers, torpedo vaartuigen en onderzeebooten wordt geen paal en perk gesteld. Klaarblijkelijk met de bedoeling om althans Tets op dit gebied tot stand te brengen, stelde het lid der Amerikaansche delegatie Elihu Root eenige regels voor betreffende de behandeling van koopvaardijschepen in oorlogstijd, waardoor het optreden van onderzeebooten aan zekere banden gelegd wordt. Deze voorstellen hielden het volgende in: 1. Er moet aan het koopvaardijschip een formeel^ bevel tot stoppen gegeven worden om den aard van het schip goed te kunnen onderzoeken. 2. Koopvaardijschepen mogen niet worden aangevallen, tenzij de gezagvoerder weigert te stoppen. 3. Koopvaardijschepen mogen niet vernietigd worden alvorens: ci. de opvarenden in veiligheid ziin gebracht; b. de vijandelijke onderzeeboot geen enkele van de hier gegeven voorschriften heeft overtreden. De mogendheden, welke deze voorschriften onderteekenen, zul len alle andere mogendheden tot toetreding uitnondip-en. Op voor stel van Balfour werd hieraan toegevoegd, dat de mogendheden Het kwam der Fransche delegatie zeer ongelegen, dat juist in dezen tijd de Revue Maritime, welke in nauwe verbinding staat met het Fransche ministerie van marine, een artikel bevatte, waarin het optreden der Duitsche onderzeeërs tegen koopvaardijschepen gerechtvaardigd werd, en welk artikel geschreven was door een kapitein-ter-zee, leeraar aan de hoogere krijgsschool der marine. Sarraut en Debon moesten de opvatting van den schrijver wel verloochenen, maar dit kon niet ver hinderen, dat de zaak der Franschen in de Vereenigde Staten alweder geleden had.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 11