erkennen, dat het in de practijk zoo goed als onmogelijk zal blijken om onderzeebooten te gebruiken om koopvaardijschepen te ver nielen zonder de voorschriften te overtreden en zij verbinden zich elk gebruik van onderzeebooten in strijd met de voorschriften te verbieden. Zij verklaren, dat iedereen, die, in dienst van welke mogendheden dan ook, deze voorschriften overtreedt, al of niet op bevel van anderen, zich blootstelt aan vervolging als zeeroover. Het was alweer Frankrijk, dat zich niet dadelijk wilde aansluiten bij de beperking van het gebruik van onderzeebooten, welke onder- teekening van Root's voorstellen ten gevolge zou hebben. Maar ten slotte gaf het toe en zoo volgde in de eerste dagen van Januari j. 1. de ambtelijke mededeeling, dat de drie onderdeelen van Root's conclusies aangenomen waren. Hiermede is in veel opzichten aan de Britsche bezwaren tegen onderzeebooten tegemoet gekomen, maar de oorlogswerkelijkheid zal nog moeten leeren, of de nieuwe toevoeging aan het interna tionale zeerecht, vooropgesteld, dat zij niet alleen door de ter conferentie vertegenwoordigde, maar ook door alle andere, een zeemacht bezittende mogendheden wordt geratificeerd, naar de letter en naar den geest uitgevoerd zal worden. Betreffende de*andere, tot het kleine materieel behoorende vaar tuigen werd ,,in beginsel" overeengekomen, dat de maximum waterverplaatsing van kruisers 10.000 ton zou bedragen met geen kanonnen van grooter kaliber dan 20 cM. De Fransche delegatie stemde toe onder voorbehoud van instructies harer regeering. Voor het andere nieuwe strijdmiddel der zeemacht, de water vliegtuigen, werd evenmin als voor de onderzeebooten een grens van aanbouw gesteld. De betrokken commissie wees op de on mogelijkheid het aantal handelsvliegtuigen te beperken en daar deze vliegtuigen gemakkelijk in oorlogsvliegtuigen te veranderen zijn, oordeelde men het onpractisch het aantal van laatstgenoemde aan een grens te binden. Italië heeft nog voorgesteld een grens te stellen aan het aantal militaire vliegeniers van eiken staat, maar ik heb nergens kunnen vinden, wat er van dit voorstel geworden is. Wel werd in overweging gegeven regels voor het gebruik van vliegtuigen in oorlogstijd vast te stellen, evenals ten opzichte van onderzeebooten geschied is. Over vliegtuigschepen werd overeengekomen, dat het Britsche Rijk en Amerika elk vijf dezer schepen, te zamen 135.000 ton, Japan drie, te zamen 81.000 ton, en Frankrijk en Italië elk even eens drie, doch te zamen 60.000 ton, zouden krijgen. De maximum tonnenmaat dezer schepen werd gesteld op 27.000 ton met geen kanonnen van grooter kaliber dan 20 cM. Over de versterkingen en vlootstations in den Stillen Oceaan werd ten slotte overeengekomen, dat Groot-Britanje, Japan en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 12