voor het behoud van den vrede misschien van nog meer belang dan het eerste. Zonder twijfel heeft de Amerikaansche Regeering zich bij het ontwerpen harer voorstellen ook door zuiver idealis tische overwegingen laten leiden, doch het verloop der conferentie heeft aangetoond, dat de regeeringen der groote mogendheden daarvoor nog niet bijzonder ontvankelijk zijn. Oorlogsmoeheid en armoede bleken de voornaamste bondgenooten der pacifisten en het is de vraag, of deze verschijnselen na 31 December 1938, wanneer het verdrag afloopt, tenzij het op 31 December 1936 wordt opgezegd, nog krachtig genoeg zullen zijn om nieuwe wrij ving te verhinderen. Ik meen, dat omstreeks 1935 de thans bij de Staten-Generaal ingediende vlootwet uitgevoerd moet zijn. P. 3. DE AFSCHAFFING VAN DEN VERPLEGINGSTREIN BIJ DE BRIGADES. De beschouwingen over dit onderwerp van de hand van den Maj. de Wit en de daarop volgende kritiek van Kapt. Tismeer in het Dec. No. geven mij aanleiding nog even nader op deze zaak in te gaan. De Maj. bepleit organieke toevoeging van een rollend ver- plegingsmagazijn aan de Brig, als „veiligheidscoëfficiënt op de werking van den etappen-dienst." Kapt. T. acht deze veiiigh.- coëff. onnoodig en zegt hieromtrent o. m.: „Behalve de levens middelen voor den loopenden dag, heeft de troep ook die voor het volgende etmaal bij zich. Bovendien zijn nog 2 noodrant soenen aanwezig. Natuurlijk mag op deze noodrantsoenen geen vpl. stelsel worden gebouwd, doch als veiligh.-coëff., nadat de et.-dienst gedurende een vol etmaal (spatieëring van mij) in gebreke is gebleven om in de aanvulling te voorzien, mogen de beide noodrantsoenen wel degelijk in aanmerking worden genomen. Als norm zal de e t.-d ienst evenwel geen stagna tie van een etmaal in de aanvulling van levensmn mogen hebbe n." Ik meen uit dit betoog te mogen opmaken, dat de Comm. tot herziening van het Trein- en Et.-wezen de afschaffing van den Vpl.-T. als rollend magazijn verantwoord achtte, omdat zij het vertrouwen had, dat de et.-dienst aan den door mij gespatieerden hoogen eisch kan en zal voldoen. Hoewel ervan overtuigd, dat de organisatie van den et.-dienst in uitstekende handen is, gaat mijn vertrouwen in het door dezen dienst bereikbare niet zoo ver en ben ik met Maj de W. van oordeel, dat de Brigs steeds een rollend vpl.-mag. onder hun bereik moeten hebben. 14

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 14