4. DE OEFENTIJD VAN DEN SOLDAAT. In het lieve vaderland is men sinds jaar en dag bezig legerstelsels in elkander te knutselen, die wel verscheiden in vorm, toch één punt gemeen hebben, n. 1. dat zij trachten tegemoet te komen aan den zoogenaamden „antimilitairen" geest van ons volk, waarom dus op den diensttijd zoo veel als maar eenigszins mogelijk wordt beknibbeld en waarbij er naar wordt gestreefd, ook het verblijf in de kazernes (deze holen van ongerechtigheid!) zooveel mogelijk uit te schakelen, want hier leert men immers toch niets. Ten minste, de periodiek in de dagbladen opduikende ingezon den stukken van gewezen miliciens (en deze kunnen het toch weten!) betoogen gewoonlijk, dat als men maar aan vooroefening doet, het „opkomen onder de wapens" best tot twee maanden kan worden bekort en dat men in een kamp, in enkele dagen meer leert dan in maanden in de kazernes. Men krijgt zoo den indruk, dat thans een stelsel in wording is, waarbij men den milicien zijn reglementen thuis stuurt en hij de verplichting heeft gedurende eenige uren van den dag op zolder zijn excercities in te studeeren, waarna hij tot den Landstorm overgaat. Badinage a part, hoe is het in werkelijkheid met dezen diensttijd gesteld?. Het was ons der moeite waard eens na te gaan, in welken tijd de Europeesche recruten bij het Depot Bataljon kunnen worden afgericht en kwamen tot het volgende resultaat: Van 285 recruten werden 112 in korter tijd dan zes maanden afgericht, 55 man in juist zes maanden, terwijl 118 aanzienlijk langer tijd noodig hadden voor hunne opleiding. Hierbij neme men het volgende in aanmerking: 1 e. Van de eerste categorie had het gros reeds geruim en tijd in het Nederlandsche of West Indische leger gediend. 2e. Evenals in het Nederlandsche leger worden door de recruten geen corveediensten verricht en kan alle tijd aan hun onderricht worden besteed. 3e. De-opleiding wordt slechts zoover voortgezet, dat de afge richte man met vrucht de oefeningen bij de veldbataljons kan volgen. De gestelde eischen zijn dus eenvoudig, de man heeft slechts enkele elementaire schietoefeningen doorloopenhet schieten, het soldaat z ij n, moet hij nog leeren in den langen tijd dien hij nog onder de wapens blijft. Hieruit moge ten duidelijkste blijken, dat een viermaandsche of nog korter diensttijd, waarna de man voor goed naar huis gaat, of slechts een enkele herhalingsoefening meemaakt, bepaald hum bug is. Diziplin soli eingelebt sein! deze leert men niet uit boekjes. 17

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 17