Deze magazijnsverpleging moet zoo soepel mogelijk worden
ten uitvoer gelegd en zich nauwsluitend aanpassen aan het ver
loop der operatien.
De ontwikkeling van bovenstaande denkbeelden vond haar
oorsprong in hetgeen wij aantroffen in het W J (1920) op blz. 281.
Wij lazen aldaar onder de, door de Comm. tot herziening van
het Trein- en Et. wezen voorgestelde beginselen, dat de soort en
de hoeveelheid van de op de B. T"mede te voeren artikelen in
het nauwste verband staan met het stelsel van leger-
Wh behoeven heusch niet geleerd te doen door even op te
merken, dat de Comm. met het begrip „verpleging bedoeld
heeft de verpleging in den meest uitgebreiden zin van de be-
teekenis. Maar in beperkter zin hebben wij ons bepaald tot den
Int.-verplegingsdienst.
Alvorens hierop verder door te gaan, willen wij eerst een
slippertje maken. Het is zoo jammer, dat wij voor het algemeene
begrip verpleging nog geen woord hebben dat die beteekenis
uitdrukt. Hierdoor kan zoo licht begripsverwarring ontstaan. Wan
neer men in ons leger gewoonlijk over verpleging spreekt, dan
bedoelt men er als regel mede de levensmiddelen-verpleging:
deze beteekenis heeft in den „volksmond" burgerrecht verkregen.
Wat is er tegen, om in den vervolge onderscheid te maken
tusschen verpleging en voorziening Het eerste woord
zou dan de gewone beteekenis kunnen behouden, terwijl het
laatste dan meer specifiek zou kunnen uitdrukken, de voorziening
van het leger met alle benoodigdheden, wat des legers is.
De Duitscher maakt wel degelijk verschil tusschen „Verptle-
gung" en „Versorgung." Met „Verpflegung" drukt iedere D.
onvoorwaardelijk de levensmiddelenverpleging uit, me „Versor
gung" bedoelt hij de voorziening in het algemeen: ook wel door
Nachschub."
De Fr. reglementen kennen het onderscheid tusschen „ravitail-
lement" (voorziening) en „approvisionnement" (levensmiddelen
verpleging).
Het stelsel van verpleging, door de Comm. voorgestaan, zoo
lezen wij op blz. 282, steunt op het beginsel: „aanvoer van
achteren". Aangezien hier het oog gevestigd is op den dienst
der voorzieningen in oorlogstijd en aangezien de Int. verpleging
niet uitsluitend behoeft te berusten op dien aan
voer van achteren, is voor ons de mogelijkheid niet uitgesloten, dat
de uitwerking dier voorstellen de Int. verpleging niet trekt binnen
de grenzen van „uitsluitend aanvoer van achteren", het begin
sel, dat wij voor Java als geboden beschouwen. Vandaar, dat wij
deze materie aan eene bespreking hebben onderworpen.
Welk beginsel huldigt ons verplegingsvoorschrift