ook in toepassing brengen, dan zal dit in de eerste tijden van den oorlog dadelijk moeten leiden tot een algeheelen ombouw der organisatie. Ludendorff's klacht in zijne „Errinerungen" (pag. 209) zijn terzake eene overdenking waard. Hij zegt: „In strategisch-taktischen Fragen platzten die Ansichten genau so auf einander wie in allen politischen und wirthschaftlichen. Es ist eben so schwierig überzeugend zu wirken; die Erschei- n u n g e n werden erkannt, die Grundursachen werden bestritten. Sie sind daher schwer zu bessern". A. M. W. VAN RENESSE. WELTEVREDEN, 15 November 1921. 6. BESCHOUWINGEN OVER ONS TOEKOMSTIG ESCADRON DIVISIE-CAVALERIE. Nu binnen niet al te langen tijd het Brigade-, plaats zal maken voor het Divisieverband, is het noodig na te gaan of de organisatie van het thans bestaande escadron B r i g a d e-cav. als escadron D i v i s i e-cav. wijziging zal moeten ondergaan. Het even weer naar voren brengen van eenige eenvoudige tac tische waarheden is niet te ontgaan; zoo zullen wij speciaal in het oog moeten houden: dat grootere troepenafdeelingen voor hunne beveiliging ver derstrekkende maatregelen moeten treffen dan kleinere, en dat een mankement in de beveiliging voor eene grootere afdeeling ook grootere gevolgen kan en in den regel zal hebben. Het is duidelijk, dat een Divisie op den weg, waarlangs hare beweging zal plaats hebben, tegen directe verrassing en bespieding moet worden beveiligd. De weg zal derhalve moeten loopen in een strook vrij van vijandelijke afdeelingen, die de bewe gende Divisie met mitr., geweer of karabijnvuur zouden willen verontrusten en waarbinnen de vijandelijke bespieders zooveel mogelijk zullen zijn verjaagd. („Zoo veel mogelijk," aangezien door de voorhoede wèl een vuurovervalling kan worden voorkomen, doch nimmer door haar kan worden belet, dat, na het doorzoeken van het zijterrein, daarin vijandelijke verkenningspatrouilles ko men). Aangezien boven 1000 Meter van geweer- en mitr.-vuur niet veel onheil is te verwachten, zal de veilige strook niet breeder behoeven te zijn dan 1000 M. aan weerszijden van den marschweg, waarbij i. h. o.' moet worden gehouden, dat begaanbare wegen en belangrijke punten in de nabijheid van deze strook extra moeten worden verkend. Deze strook zal in de eerste plaats in front doorzocht moeten worden en ligt het voor de hand, dat de cav. 27

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 27