Tenslotte de vraag: „Moet het escadron Div.-cav. blijven be
schikken over een sectie geweermitrs?"
En dan is ons antwoord „Nóch bij de cav.-spits, nóch bij het
indirect beveiligend (uitsluitend verkennend) cav.-scherm zijn de
geweermitrs tijdens den toestand van beweging noodig, ja zij zijn
dan zelfs in hooge mate h i n d e r 1 ij k. Toch kunnen zij
niet gemist worden. Wanneer n. 1. de Div. zich in het terrein vast
zet en derhalve ook het gros van de cav. zich op de flanken van de
Div. nestelt, dan is het oogenblik gekomen dat over de geweer
mitrs moet kunnen worden beschikt."
Tijdens den marsch van de Div. zullen dan de geweermitrs moe
ten worden opgeborgen achter het voorste Baton van de
Hoofdmacht, om op nader bevel zich bij het escadron te voegen.
M. THOMSON
7. NAAR AANLEIDING VAN HET WETENSCHAPPELIJK
JAARBERICHT 1920,
door F. TREFFERS, kapt. Inf.
I. De Tactiek.
De Generaal S. H. Schutstal van Woudenberg spreekt op blz.
16 hoofdstuk II „De Infanterie" twijfel uit, of de organisatie der
Fr. Compagnie wel voldoet aan rechtvaardige eischen, omdat in
het voorbeeld door Z. H. E. G. ontleend aan het werkje van den
overste Engelhard, reeds dadelijk in het gevecht de groepen
worden gesplitst. En dat, terwijl tegenwoordig de „groupe"
beschouwd moet worden als „la véritable unité de combat". Men
vindt diezelfde opvatting omtrent de waarde van een gevechts
groep ook in het nieuwe Règlement provisoire de Manoeuvre
d Inf. du 1 février 1920 (blz. 5 du Rapport au Ministre). De
tweede druk van Engelhard's werkje (1921) geeft hetzelfde
voorbeeld, zoodat we hier veilig mogen aannemen met een vol
doende bezonken les uit den wereldoorlog te doen te hebben.
Het bezwaar is m. b. i. dan ook niet zoo groot als het op het
eerste gezicht wel schijnt. Nemen wij eerst een voorbeeld van
ongeveer overeenkomstigen aard.
Men heeft altijd, en terecht, veel bezwaren gehad tegen ver-
menging van onderdeelen, maar toch zag men nooit op tegen
het doen innemen van het geheele gevechtsfront eener compagnie
door een deel daarvan, iets waar toch vermenging van onder
deelen bij verdichting van de tirailleurlinie het gevolg van moest
zijn
Natuurlijk, terwijl die vermenging ook vaak zal voorkomen nadat de
voorhoede aanvankelijk een breed front heeft ingenomen.
Red.
30