De puntjes van den tirailleur omschreven dan ook wat er moest geschieden als de groepen dooreen geraakt waren. In het door Engelhard gegeven voorbeeld, aan het slot van het hoofdstuk bewegingsoorlog, kort voor het onderdeel C- „Arrêt du Combat", een overgang tot den loopgravenstrijd, mag m. i. niet meer dan een uitzonderingsvoorbeeld gezien worden. Van dergelijke uitzonderingen spreekt ook het Fr. reglement in punt 333 (He deel) waar het volgende staat: „Malgré les inconvénients que présente la dissociation du groupe de combat, qui, tel qu'il est organisé, est apte a la plupart des missions, on doit parfois avoir recours, pour certaines opérations de détail, a des groupements de grenadiers-voltigeurs organisés pour combattre surtout a la grenade. lis conviennent a la progression pied a pied dans un boyau occupé, a l'enlèvement d'un petit poste trés rapproché, a certains épisodes du combat dans les rues, dans un sousterrain, dans un fort, etc Bovendien is er eenig verschil in de organisatie beschreven op biz. 14 van het W. n. 1. die van '19, welke gelijk is aan die van '21 en die, voorkomende op de schets van het werkje van Engelhard, welk werkje de oudere formatie geeft van 1918. Met de détails zij men altijd voorzichtig Organisatie en strijdwijze staan nauw in verband met elkaar en met de bewapening. Doch niet met de eigen bewapening alleen, ook met die van den vijand. Men denke slechts aan het verschil in optreden tegenover den I. V., en den B. V. De B. V. van 1910 is echter niet meer dezelfde, als die, welke wij in de toekomst zullen moeten verwachten. Behalve dat die individu voor individu beschikt over krijgservaring, die alleen de neutralen missen, beschikt hij ook over moderne wapening en organisatie, die wij evenzeer missen. Het is een van de regels van de moderne tactiek: „eerst machines dan menschenMachines zijn in het terrein een moeilijker te vinden doel voor den vijand dan menschen, die met de oude bewapening dezelfde vuurkracht moeten opleveren. Deze komen onder de werking van moderne machines te staan, bediend door modern optredende menschen en lijden daardoor meer verliezen, dan de bezetting met machines. Wij, die die machines missen (zie blz. 250) zullen ze niet door menschen kunnen vervangen. Een poging daartoe zal op een fiasco moeten uitloopen 2). Terecht merkt de Kolonel van der Weyden op, dat we een gevaarlijk spel spelen, wanneer we beginselen toepassen, waartoe middelen 1). Zoo is het mij niet duidelijk hoe het I.M.T. de Merg studie kan geven zonder de bijbehoorende organisatie. M e t die organisatie brengt die studie al verwarring genoeg, zonder is het essentiëele extra lastig te waardeeren. 2). Zweifelsohne en dus moeten we machines krijgen èf van oorlogvoeren afzien. De gulden middenweg ontbreekt gelukkig hier. Red. 31

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 31