worden vereischt, welke wij niet bezitten. Met nieuwe re glementen komen we er niet. Doch het zou een even gevaarlijk spel worden een spel als we die beginselen niet toepasten, omdat we de middelen niet hadden, waarop we onze organisatie der verdediging zouden moeten doen berusten, (blz. 250). Doch, we zouden immers offensief zijn Kan het dan wel Kunnen we dan een middel missen Mogen we een middel missen Mogen we, als we eigen bloed, eigen (zoo brood noodige) krachten kunnen sparen, door een middel te gebruiken, nalaten, weigeren, dat middel te gebruiken? Vlammenwerpers zijn al even oud als de geschiedenis van Kenau Simons Hasselaar, ja ouder En granaten ontwikkelden in beperkte ruimten, als koepels, reeds lang een hoeveelheid gas, die de atmosfeer on bruikbaar maakte. Thans doen zij dat in hoogere mate, door hun speciale inrichting ook in de openlucht. En zouden we onze eigen inf. werkeloos (of erger) doen neerliggen onder het vuur van een batterij, die we met gasgranaten het zwijgen kunnen opleggen Zouden we nauwe schuilplaatsen van vijanden niet zuiveren met gashandgranaten, wij, die weten hoe gevaarlijk en nutteloos het is een enge opening van een Atjehsche woning of Balische dewatempel binnen te dringen? Die les heeft mij mijn geringe krijgservaring geleerd, dat wij het wèl moeten doen. 't Gaat niet eens om o n s leven, 't gaat dan om huis en hof 1 1 2. De Strategie. Het hoofdstuk „Landsverdediging", in het Voorbericht doodge zwegen, wordt door den Kolonel van der Weyden op blz. 234 even in onze herinnering teruggevoerd. We lezen daar den zelfden offensieven gedachtengang als die, welke de Defensie-commissie bezielde. Het zijn geen nieuwe gezichtspunten en ze zijn ook niet als zoodanig bedoeld, dat we den gelanden vijand het best te lijf kunnen gaan op het oogenblik, dat hem dit nog niet uit komt. Maarde Kolonel acht het „zelfs" mogelijk eenige dagen na de landing tot den aanval over te gaan. In tegenstelling met de veel geuitwordende bewering, dat een loop- gravenstrijd „niets voor ons" is, meent de Kolonel (en met vreugde trof ik hier een medestander) dat daarom de beginselen, welke in den steilingoorlog worden toegepast, in onze gevechts- Het bezwaar is natuurlijk niet gericht tegen het gevoel van ridderlijk heid, dat uit den tegenstand spreekt. Ik zou de opvatting zwijgend willen respecteeren. Doch ik acht het gevaar niet denkbeeldig, dat te velen zich door verkeerde geestdrift zouden laten medesleepen. Er is ook hierbij niets nieuws onder de zon; vóór Jena heette het in Pruisen„Das Tiraillieren nahrt den natürlichen Hundsfott". Men wilde daar ook niet aan. 32

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 32