hoog moreel toegekend. Zoo leest men dat, het hevigst vuur ten spijt, de art. den vijand moet naderen en door ontwikkelen van haar' hoogste vuurkracht de eigen inf., zoowel moreel als mat., moet steunen. Op het nut van dekkingen wordt gewezen, doch onmiddellijk er aan toegevoegd, dat het niet mag voorkomen, dat de gevechts handelingen worden vertraagd of dat de gelegenheid om aan het gevecht deel te nemen wordt gemist. Kan men zich met de vorenstaande beginselen in het algemeen vereenigen, bedenkelijk wordt het wanneer men terwille van het aankweeken van het moreel tactisch onjuiste handelingen aan beveelt. Zoo luidt punt 7: „De art. moet, al heeft zij ook nog zulke zware verliezen geleden en alle mun. verschoten, haie stel lingen daarom niet verlaten, doch in stelling blijven en aanvulling van verliezen en mun. afwachten". In zijne algemeenheid is deze stelling onjuist. Een batt. te laten vernietigen terwille van het hoog houden van het moreel is wel een wat te ver doorgedreven principe. Een batt. die in eene zoodanige ongunstige positie is gekomen, dat zij door de zware verliezen en het verschieten van alle mun. tot werkeloosheid is gedoemd, zal na aanvulling van de verliezen en mun.-voorraad weldra weer in denzelfden ongunstigen toestand worden gebracht, omdat de vijand nu eenmaal deze stelling beheerscht. Het V. G. V. B. A. dat ook tegen stellingveranderingen waarschuwt, schrijft in een geval als het onderhavige voor: „Stellingverandering is echter in het bijzon der noodzakelijk wanneer te voorzien is, dat de art. binnen koiten tijd door overmachtige beschieting tóch tot zwijgen zou kunnen worden gebracht". Ons voorschrift waarschuwt tegen het zich blootstellen aan een eerste vernietiging en beveelt het zich prijs geven aan een tweede vernietiging (contradictio in terminus) zeker niet aan. De nadeelen van stellingverandering, ook al doen zij zich ten nadeele van het moreel gevoelen, moeten in dit geval worden aanvaard en verkozen boven algeheele vernietiging. Toch kan de Jap. opvatting in een uitzonderingsgeval worden gebillijkt bijv, wanneer in het laatste stadium van het gevecht de batt. naar voren is gebracht en geen kans meer bestaat hare zorgvolle positie door stellingverwisseling te verbeteren. In zoo'n geval zou het terug trekken uit de voorste linie een funesten invloed op het moreel der aanwezige troepen kunnen uitoefenen en is standhouden geboden. Zooals echter gezegd, is het reglement niet altijd even duidelijk. Ook is het wel wat royaal in het voorschrijven van het opofferen van de battn ter wille van het moreel. Een werkzaam vuur van een batt. uit een gedekte opstelling zal dikwijls het moreel van de te steunen inf. meer opheffen, dan hare vernietiging in de tirailleurlinie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 39