Ook uit het hoofdstuk „Verdediging" blijkt, dat vuur op groote afstanden alleen wordt afgegeven bij een gevecht om tijdwinst. De vrees, dat de opstelling ontijdig wordt verraden, is blijkbaar de oorzaak, dat dit beginsel wordt gehuldigd. Het niet vroegtijdig openen van het vuur geeft den aanvaller echter de kans zonder verliezen zich tegenover de stelling te ontwikkelen. Bij de ontwikkeling tot den aanval wordt niet op een vroeg tijdig openen van het vuur uit de stelling gerekend, zooals uit de volgenden aanhaling uit het reglement moge blijken „Als het aanvalsplan is vastgesteld, doet de A. B. zijn troepen de opstellingen innemen, van waaruit tot den aanval zal worden overgegaan. De Art.-Comdt laat zijne afdeelingen zoo gedekt mogelijk in stelling komen. Nadat alle afdn de opstellingen, van waaruit de aanval zal worden aangezet, hebben ingenomen, wordt op bevel van den A. B. het vuur geopend." Tegen zeer sterke stellingen wordt het soms noodig geacht, achtereenvolgens verschillende aanvalsstellingen in te richten. Wanneer eene stelling in meerdere liniën is aangelegd, wordt ge meend, dat het van bijzonder belang is zoo dicht mogelijk bij den vijand in stelling te komen. Op verrassing bij het begin van den aanval wordt veel prijs gesteld, hetgeen blijkt uit de bepaling, het vuur niet te vroeg te openen, opdat de plannen zoolang mogelijk verborgen blijven en uit de vuuropening op last van den A. B. Ook in ons voorschrift wordt verrassende vuuropening voor geschreven. Toch zijn er voorstanders om in beginsel bij den aanval het tijdstip van vuuropening door de art. door de Comdtn van de aanvalsgroepen te doen bepalen. Dit wordt noodig geacht, omdat de steun van de art. wordt verlangd, wanneer de vijand, inf. de aanvallende onder vuur neemt en niet de A. B., dcch wel de Gr.-Comdt hiervan het eerst kennis krijgt. Tegenover deze redeneering kan het volgende worden aange voerd. In de eerste plaats getuigt het systeem om eerst verliezen af te wachten, alvorens maatregelen te treffen deze te vermijden, niet van spaarzaamheid in het gebruik van het zoo kostbare menschenmateriaal. In de tweede plaats houdt het geen rekening met den schadelijken invloed op het moreel, wanneer de troep zonder ondersteuning van art. tot den aanval moet overgaan. Wordt inf. bij het deboucheeren uit bedekt terrein met gericht inf. vuur overvallen, dan boekt de verdediger al een voordeel, want de aanvaller is te laat met zijne maatregelen en betaalt dit met verlies aan pers. en een inboeten aan moreel. Maar bovenal is verrassende overmachtige vuuropening voor het geheel onmogelijk en wordt de art., althans de inf. battn, druppelsgewijze ingezet. 48

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 48