werden echter niet verwezenlijkt. Zij hadden te weinig diepte,
bleven als 't ware één geheel vormen met de loopgravenlijn en
waren aldus gedoemd ten onder te gaan met die linie, wijl de
aanv. art. door vermeerdering van mat., haar uitwerkingsvuur
enorm had weten op te voeren.
De harde practijk leerde de inf. ook ter wille van het
flankement, in de diepte-opstelling heil te zoeken.
Diepte-opstelling heeft geen behoefte aan een kunstmatig bij
gebracht flankement; zij bezit dat van nature door haar vermogen
tot écharpeeren. De talrijke, elkaar kruisende lijnen van haar
écharpeerend vuur vormen een intensieve vuurkracht, waarbij
vergeleken het flankeerend vuur uit lineaire opstelling minder
krachtig en eenzijdig is.
Een beduidend voordeel boven de lineaire opstelling heeft de
diepte-opstelling bovendien in de moeilijkheid (zoo niet onmoge
lijkheid) voor den vijand haar met vuur te overstelpen.
Maar evenzeer als ten aanzien van het frontale inf. vuur, speelt
bij de keuze van flankement de gesteldheid van het terrein een
groote rol, d. w. z. bij gebrek aan geschikt terrein voor diepte-
flankeering zal de inf. genoodzaakt zijn het oude systeem van
flankeering in de frontbrekingen toe te passen.
Steunpunten. Het zwakke punt van het lineaire verd.
stelsel is gelegen in de kans van doorbreking in de aangevallen
strooken, waardoor de aanleunende stellinggedeelten kunnen wor
den opgerold, ook al omdat hare bezetting, afgeleid door de aan
wezigheid van den vijand op hare flank, niet langer de noodige
aandacht aan frontale verdediging kan wijden. De linie heeft
geen ruggegraat!
Men trachtte daaraan tegemoet te komen, door de stelling in
vakken te splitsen, waarvan de verd. min of meer onafhankelijk van
elkaar kon worden gevoerd. De aanwezigheid van natuurlijke
steunpunten achtte men daarbij een groot voordeel door deze
steunpunten te benutten als geraamte, waaraan de loopgravenlinie
gehecht werd. Bij afwezigheid van nat. st.-punten, werden „kunst
matige" aangelegd.
Het was wederom de vijand, art. die het spel kwam bederven.
Voorgelicht door de luchtfotografie trokken steunpunten hare
bijzondere belangstelling en werden bij een goedgeorganiseerden
aanval zoodanig onder vuur gehouden, dat de stevigste onder hen
zich hoogstens konden handhaven als „eilandjes," terwijl het aan
leunende stelling-gedeelte (loopgraven en minder stevige steun
punten) werd ingedrukt.
Men moest wederom naar andere, minder zichtbare (dus minder
kwetsbare), middelen zoeken, doch hield daarbij vast aan de goede
gedachte, dat de deelen (vakken) eener verd. st. onderling onaf
hankelijk moesten blijven. De voorwaarden eener bruikbare stelling
4