troepen zal aansporen tot een tegenstoot over de g e h e e 1 e linie wordt betwijfeld, ook al kan het art.-vuur den aanval schokken. IV. Het slothoofdstuk: „Vervolging terugtocht", geeft geen aanleiding tot beschouwing. Bandoeng, 1 Januari '22. C. D. LAQERWERFF. 9. OFFICIERSRIJPAARDEN. De bestaande bepalingen ter zake zouden als volgt kunnen worden gewijzigd: 1. Tot het aanhouden van dienstrijpaarden zijn verplicht: De Legercommandant; het Hoofd van den Generalen Staf; de officieren van den Generalen Staf, als stafofficier dienstdoende; de Afd.- tevens Brig.-Comdtnde Hoofdofficieren Gew. Mil. Comdtn; de Inspecteur der Inf.; de Batons-Comdtn der Inf.; de offn der mitr.-compn; de Kapiteins der Inf., behoorende tot het oudste y4 gedeelte hunner ranggenooten bij hun wapen; de In specteur der Cav.de offn derCav.,bij hun wapen dienstdoende de Inspecteur der Art.; de offn der Art., bij hun wapen dienst doende, met uitzondering van die van den dienst van het materiëel en van de werkplaatsen, en van de reserve-offn van de niet bereden onderdeden; de Comdt van het korps Genietroepen; de offn van den Trein; de officieren van den diergeneeskundigen dienstde adjudanten van Z. E. den Gouverneur-Generaal en van de auto riteiten, die een dienstrijpaard moeten aanhouden. 2. De offn der Cav., dienstdoende bij de escadrons, moeten 2 dienstrijpaarden aanhouden, de overige in 1 genoemde offn 1 paard. 3. In bijzondere gevallen kan de Legercomdt aan een officier (al of niet op diens verzoek) tijdelijk of voortdurend ontheffing ver- leenen van de verplichting tot het aanhouden van een dienstrijpaard. 4. Overgangsbepalingen. Het bovenstaande gaat in één maand na bekendwording ter plaatse. Officiersdienstrijpaarden, welke door het bovenstaande overcompleet komen, behooren voorzoover uit den troep af komstigop de voorgeschreven wijze voor een commissie te worden gebracht, of kunnen voor zoover niet uit den troep verkregen worden aangehouden, totdat deze paarden van de hand kunnen worden gedaan dan wel, ter beoordeeling van den betrokken Korps-Comdt, ongeschikt worden als dienstrijpaard voor den betrokken officier. FIAT. (Vervolg van No. 5 in I. M. T. 1922 No. 2), 53

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 53