Dit laatste is van groot belang vooral voor verplaatsbare stations,
waarvan de levensduur toch al door het vervoer en ongunstige klimaats-
en terreinsomstandigheden in Indië vrij beperkt is. (Onder levensduur
wel te verstaan de tijd, waarin de toestand van het mat. nog zoodanig is,
dat het absoluut voldoet aan de hooge eischen van betrouwbaarheid, die
aan een mil. radiostation gesteld moeten worden- Wel is na dien tijd het
station onder bijzondere omstandigheden, als vaste opstelling, nog goed
bruikbaar, maar als verplaatsbaar station zal het niet meer voldoen).
Schatten we een dergelijke levensduur op 6 jaar (ruimgeschat).
Het zal dan noodig zijn na dien tijd nieuwe stations te hebben aan
geschaft, waarbij dan weer van de werkelijk beproefde vorderingen op
radiogebied gebruik valt te maken
Betrekkelijk kort na aankomst van het nieuwe mat. zal dus alweer er
om gedacht moeten worden, wederom nieuw mat. op den EISCH te bren
gen. S. noemt de bezwaren aan deze prévoyance verbonden. Laten we
hopen, dat er prévoyance zal zijn, anders is over 6, 7 jaar wederom
toepasselijk hetgeen S zegt:
„De radioafdeeling verkeerde (en verkeert nog) dan ook in desolaten
toestand; wel werd getracht het geheel zoo goed mogelijk in orde te
houden, maar motoren en toestellen waren nu eenmaal versleten en dan
helpt oplappen niet veel meer.
Tenslotte zijn van die drie stations er twee gemaakt en thans vormen -
deze twee voor hun taak absoluut ongeschikte stations nog het eenige
wat de radioafdeeling aan verplaatsbare (slechts per spoor vervoerbaar;
met paarden wordt niet meer aangedurfd stations bezit. Ziedaar de toestand
zooals die reeds twee jaar is, van een zoo belangrijk onderdeel der be-
richtenwisseling."
Vermeld woidt ook, wat ten behoeve van den Luchtvaartdienst ter
beschikking zal komen n 1.:
2 vaste sta'ions, lampenzenders, 1 '/2 K. W.
4 autostations id */2 K. W.
14 vliegtuigstations id 0,15 K. W- alle Marconi stations-
Vervolgens wordt de personeelsquaestie behandeld, waarbij gewezen
wordt op de wenschelijkheid van bevordering van radio- amateurisme,
terwijl S. ook spreekt over de voorziening aan mat. bij isolatie van Java
en terzake zegt
In Indië is tot nu toe geen afzonderlijke radioindustrie, met het gevolg,
dat aanvullingen steeds uit het buitenland moeten komen
In oorlogstijd kan dit ernstige bezwaren voor een instandhouding van de
stations met zich brengen, daar vooral de aanmaak van zend- en ontvang-
lampen niet plotseling geforceerd kan worden. Het is dus van de firma
die b. v. alle stations levert, te eischen of een fabriek van verschillende
onderdeelen, voornamelijk lampen, op te richten in lndie b. v. als onder
deel van een gloeilampenfabriek (hetgeen natuurlijk slechts mogelijk zal
zijn indien er een geregelde voldoend groote afname gegarandeerd wordt)
of een voldoend ruime voorraad steeds aanwezig te hebben.
Tenslotte bevat het art. een schema van mogelijke radiovoorziening voor
ons Leger in verband met het Div. verband.
Majoor Bannink geeft een korte beschouwing getiteld „de Ind. Offs-
opleiding in Ned.", waarin wordt uiteengezet, dat medezeggingschap van
Indië hierby geen overdreven eisch is.
Luit. Waal wenscht de bibliotheek van het D. v. O. ook 's middags
geopend te zien. Het ware te probeeren, misschien dat er dan wat meer
gebruik van werd gemaakt dan thans.
55