61 duidelijk overzicht van het ontstaan dier verschillende begrippen. „Storm troepen" wordt beëindigd; Schr. zegt t. a. v. de africhting van deze troe pen o. a. „Voor het maken van prikkeldraadversperringen, beklcedingen, verankeringen enz. moeten de noodige materialen beschikbaar zijn. Deze pionnierarbeid moet geleerd worden, en dit verkrijgt men niet door het houden van theorie, doch alleen door doen". Worden onze manschappen hierin geoefend? „De mitr. moeten goed worden gekend; aan het opspo ren van de oorzaak van voorkomende haperingen en het wegnemen ervan moet veel waarde worden gehecht". „De verdediging van Belgie in '14" wordt eveneens beëindigd, terwijl „Onze lichte mitr." thans behandelt de indeeling van 1. mitr. bij de veilig heidstroepen en bij den verkenningsdienst, en bij den aanval en verdedi ging in den stellingoorlog. Uit „De lichamelijke ontwikkeling in het buitenlandenz." blijkt hoeveel waarde aan deze ontwikkeling wordt gehecht; vooral het voetbalspel wordt aanbevolen- „Aanvalswagens" (slot) geeft thans de formatie van deze strijdmiddelen in de verschillende legers. Mil. Spectator Dec. „Munitieaanmaak en de partic. industrie" behandelt een zeer belangrijk vraagstuk, een onderdeel van Staatsmobilisatie. Schr. zegt naar aanleiding van enkele boekwerken, welke eveneens den munitieaanmaak bespreken„De bestudeering van een en ander leidt slechts tot één gevolgtrekking n. 1. dat een nauwkeurige, tot in bijzonder heden geregelde vredesvoorbereiding onmisbaar is, wil de mobilisatie der Ned. nijverheid een even vlot verloop hebben, als ons in'14 de mobilisatie der legerkrachten heeft doen zien". Waar in Indië de nijverheid nog zeer slecht ontwikkeld is en bovendien alles zich nog in het beginstadium van ontwikkeling bevindt, is voor ons Staatsmobilisatie onontbeerlijk. D e weinige inrichtingen, welke wij bezitten moeten tegen aanvallen uit de lucht worden beveiligd. (A. C. W. e a.) en het verdient aanbeveling—zonder te groote f inanciëele offers—de opgelegde voorraden meer verspreid op te bewaren. Bovendien moet aanteekening worden gehouden van de gemiddeld hier te lande aanwezige voorraden en moeten maatregelen worden voorbereid om daarop beslag te kunnen leg gen en den uitvoer te beletten. Het is echter te vreezen dat men tegen het scheppen van drastische bepalingen zal opzien en slechts deze zullen doelmatig blijken te zijn. De opleiding van het noodige personeel behoort op den voorgrond te staan; in overweging wordt gegeven de studenten van de Techn. Hooge- school te vergunnen zich te verbinden als adj. res. mil. ingenieur. Na opleiding gedurende 4 mndn bij den troep, brengen zij 1 '/a mnd door aan de Hembrug om aldaar op de hoogte te worden gebracht van de verschillende takken van fabricage van oorlogsbehoeften. Ook de her halingsoefeningen worden daar doorgebracht. Dit denkbeeld verdient toepassing; niet alleen t. a. v. de A. C. W.-Proj. fabriek, maar van alle diensten- Het is n. o. m. dwaasheid een monteur als infanterist te laten dienen, hij behoort bij dien dienst zijn militieplicht te vervullen, waarbij hij in oorlogstijd een functie zal hebben. H. 13. OVERZICHT VAN EEN1GE BU1TENLANDSCHE TIJDSCHRIFTEN. Rev. d'Art. Oct. 21. In „Préparations de tir de l'art. lourde" geeft Schr. aan, dat men in den stellingoorlog bij het inschieten der zware art. geleidelijk de methodes van de vest. art. overnam en daarbij tevens de nieuwere verbeteringen (invloed van het terrein, weers- en temperatuurs- invloeden) toepaste. Hij waarschuwt tegen de opvatting, dat die methoden voortaan de eenige zaligmakende zullen zijn en hekelt het feit, dat de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 61