doelde atleet loopt kalm een rondje, of maakt wat diepe been buigingen, dan wel sprongen op de plaats de schermer zien we wat uitvallen maken. Wat is de reden van dit alles Doodeenvoudig men bereidt zich vóór tot den strijd, dien men zal aanbinden, men maakt zich lós, men weet uit de practijk, dat dit goed is. Zoo doen ook wij bij een les „Zweedsche", we beginnen met een serie oefeningen om onze groote spiergroepen los, beter geschikt te maken voor den arbeid, die wacht. Dit noemen we nu „I n 1 e i d e n d e oefeningen logisch dus. Wat jullie steeds bij intuïtie deden, passen wij toe in onze les. Ook wetenschappelijk is bewezen, dat deze methode goed is. Dit verschijnsel is eenvoudig te verklaren. Een spier, die arbeid verricht, verbruikt voedsel, ontneemt het bloed goede voedingsstoffen en staat afscheidingsproducten af. Tengevolge hiervan ontstaat warmte en als een spier een zekere warmte bereikt heeft, is zij beter in staat voor haar werk. Denk aan Holland In den Zomer kunnen we onze spieren gemakkelijker gebruiken dan in den Winter. Hebben we in de inleidende oefeningen onze spieren geschikt gemaakt om gemakkelijker en beter gebruikt te kunnen worden, dan gaan we over tot de „kernoefeningen". De naam geeft reeds de beteekenis aan, oefeningen, die de kern der les vormen, dus de eigenlijke les'met de aan te leeren oefeningen. (De inleidende oefeningen beslaan altijd uit oefeningen, die bekend zijn). De kernoefeningen werken ontwikkelend op de spieren van het lichaam. Alle spiergroepen krijgen om de beurt een flinke oetening. Het spreekt van zelf, dat bij het einde der les de gebruikte spieren moe zijn, de ademhaling en bloedsomloop versneld. Om te zorgen, dat de leerlingen na afloop der les geen versnelde ademhaling en bloedsomloop hebben, dus „normaal" de les verlaten, hebben we de serie oefeningen onder C genoemdde eindoefeningen. Dit zijn oefeningen, die zorgen voor het kalmeeren van bloedsomloop en ademhalen zij worden altijd langzaam uitgevoerd, leder zal het nu wel duidelijk zijn, dat de indeeling van een les als boven aangegeven logisch en noodig is. Aan de inleidende oefn kunnen voorafgaan z.g. „aandachtsoefn", welke dienen om de klasse even tot het appèl te roepen a h. w. „wakker" te maken. Zij duren heel kort en bestaan in het openen en sluiten van de klasse, eenige wendingen en enkele passen. Achterstaand staatje maakt U nu duidelijk den invloed van de verschillende oefeningen op de groote spiergroepen van het lichaam en op den bloedsomloop. Het toont U duidelijk aan, dat door de goede volgorde der oefeningen, waarbij opvolgend een spiergroep rust en arbeid verricht, het commandeeren van „op de plaats rust" overbodig is. Ik wijs U op de juiste plaats

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 13