3. TACTISCHE SCHETSEN DOOR E. I. 1. Het proces-verbaal. In het W. J. 1920 geeft op blz. 235 de Kolonel v. d. Weyden een ontkennend antwoord op de vraag of het tijdstip voor het uitgeven van een nieuwe G. H. voor ons leger reeds is aange broken. Deze meening zal wel voor weinig tegenspraak vatbaar ziin. Een andere -vraag is het echter, of het nu niet de tijd is, om een nieuwe G. H. voor te bereiden. Het antwoord hierop kan o. i. niet anders -dan bevestigend zijn. Deze voorbereiding gaat samen met de bestudeering van allerlei vraagstukken van tactischen aard, een arbeid, welke de voornaamste taak van den Generalen Staf vormt en tot doel heeft: het benutten van de resultaten ten behoeve van het leger. Wanneer wij eenmaal aan de moderniseering van ons leger beginnen, behooren de grondslagen der moderne tactiek reeds officieel 'te zijn vastgelegd. En wanneer de troep vervormd en verjongd zal wezen," behooren de verschillende reglementen niet alleen °gedrukt en verkrijgbaar te zijn, doch moeten zij reeds bij tactische oefeningen en besprekingen zijn verwerkt. Er behoort eenheid van opvatting (unité de doctrine), een gevoel van vastheid, dus van vertrouwen te bestaan vóór de hervormingen worden ingevoerd. Niemand mag met zijn onder deel uitrukken zonder van te voren het nieuwe volkomen te beheerschen. Daarom moet, zoodra de nieuwe voorstellen kans van verwezenlijking hebben, het papieren werk tot in alle on- derdeelen gereed gemaakt worden. En wat ermede in verband staat: legering, verpleging, excercitie, velddienst, treinwezen, schijfschieten, art., vliegdienst, spoorwegvervoer, enz., kortom al wat maar in bonte mengeling is op te noemen, moet geregle menteerd worden in nieuwe of herziene voorschriften. Doch alleen werk gegrond op Eigen Inzicht, geen uitheemsche hulp. Geen tactische wenken of met merg en pit te veel doortrokken, schijnbaar fraaie studies, waarin het er op aangelegd schijnt te verblinden door alles uit te stallen wat men bedenken kan. Ook geen onrust en schrijverij verwekkende circulaires met den weinig beminden aanhef „in afwachting van een eerlang te doch een geheel complete, nieuwe uitrusting. Het geldt hier afkeuring wegens volledige slijtage. Volgende serie schetsen is te vergelijken met de krabbels en schetsen, die men veelal op los papier maakt voor men een teekening begint, onder het maken nog eens probeert en veran dert, tot er vaak van den oorspronkelijken vorm niets meer te herkennen is. In een ontwerp reglement zouden wij zelve ze wellicht niet overnemen, dan na ze tien, twintig maal veranderd te hebben. 17

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 17