Ze zijn dan ook niet bestemd om door re- en dupliek gevolgd
te worden Ook willen wij met deze publicatie niet gezegd
hebben, dat wij zóó en niet anders een reglement zouden redigeeren.
Misschien echter vindt iemand ze de overweging waard.
2. De aanval.
1). Het besluit tot den aanval wordt beheerscht door den
tactischen toestand en den wil van den comdt. Numerieke over
macht, van welke men zelden vóór het einde van het gevecht
zekerheid verkrijgt, telt in de tweede plaats: Vastberaden aan
vallen, ondanks tegenspoed, telkens weer herhaald, wijzen den
besten weg tot de overwinning en houden den vijand in onbe
kendheid omtrent zijn eigen meerderheid. Het geluk is met den
aanvaller: zoo twijfel bestaat omtrent de keuze tusschen aanval
lend en verdedigend optreden, val dan aan
2). Elke aanval, hetzij een rechtstreeksche, hetzij een, voort
gesproten uit eene omvatting of overvleugeling, IS VOOR HET
BETROKKEN ONDERDEEL TEN SLOTTE TOCH EEN
FRONTAANVAL 2). De troep behoort zich dus te gewennen
aan de gedachte, dat een aanval op een vijand, waar die zich
ook bevindt, geen moeilijkheden kan ondervinden, die onover
komelijk zijn. De samenwerking van alle wapens met gebruik
making van alle hen ten dienste staande technische middelen opent,
zoowel in den bewegings- als in den stelling oorlog, voor het
hoog gehouden moreel den weg tot de overwinning.
3). De aanval in den BO kan verdeeld worden in de vol
gende in elkaar vloeiende phasen:
Optreden der verkennings- en beveiligingsafdeelingen.
b). Ontplooiing.
c). Opmarsch.
d). Ontwikkeling.
e). Nadering tot de eerste vuurstelling. Art. voorbereiding.
De aanval (vuur en beweging), waardoor de aanvaller ge
bracht wordt tot op stormafstand.
g). De storm.
h). De vervolging.
De aanval in den SO wordt verdeeld in de volgende phasen:
a). De verkenning.
b). Art. voorbereiding.
c). Opstelling der troepen voor den aanval.
De storm op 's vijands eerste stelling.
e). De aanval (vuur en beweging) door's vijands tusschenstellin-
gen tot stormafstand van de tweede stelling.
f). De storm op deze stelling.
g). Herhaling van den aanval sub e tot een volgende stelling, of
'J. Waarom" niet? We zouden juist zeggen van wèl, zie het probeeren
en veranderen tot het onherkenbare toe. Red.
2). Vetdruk van ons. Red.
18