7) In den SO moeten de beschikbare middelen, waaronder vlam- en geluidspeiling, nauw contact met den vijand en vooral doorloopende waarneming gedurende een lange periode, een beeld van 's vijands positie opleveren, dat te vollediger zal kunnen zijn, naarmate meer tijd beschikbaar is. 8). In den BO zullen vele detail-verkenningen door inf. moeten geschieden (patrs, compn). In den SO zullen nauwkeurig voorbereide inf raids, gesteund door art., moeten worden ondernomen. 9). Het belang van een goede detailverkenning voor den A3 brengt de noodzaak mede, tactisch goed onderlegde otfn uit te zenden. Goede eigenschappen als ruiter, vliegenier, sectiecomdt zijn alleen niet voldoende. 4. Ontwikkeling. (Nadering tot de eerste vuurstelling, Art -voorbereiding). 1). In den SO wordt de ontplooiing naar breedte en diepte bevolen in overeenstemming met een vooraf beraamd plan, dat op gedetailleerde verkenning berust. De voorwaartsche beweging tot de uitgangsloopgraaf (d. i. loopgraaf van waar de storm uit gaat) geschiedt onder dekking van de duisternis en zoo geheim mogelijk. De onderdeelen worden opgesteld kort voor het begin van den storm. Alles wordt gedekt door de voorste linie. 2). In den BO kan de nadering tot de eerste vuurstelling zelden geheim geschieden. Door handig gebruik van dekkingen en terreinvorinen moet echter de vijand in het onzekere gelaten worden omtrent de verdeeling naar diepte en dichtheid over het totale front van den aanvaller. Vooral reserves moeten bijzonder goed verborgen blijven voor 's vijands waarneming. 3). In den SO wordt de stormsteiling gekozen vóór de aan vallende troepen verzameld worden. In den BO is dit zelden of nooit mogelijk, doch vormt 's vijands vuur daarbij de beslissende factor. 4). In den BO moet de nadering tot 's vijands stelling tot zoo nabij mogelijk geschieden zonder het vuur te openen. En kele verliezen tengevolge van art.-vuur of toevalstreffers door inf. mogen geen voorbarig halthouden en vuuropenen ten gevolge hebben. 5). Als in den BO de nadering onder dekking der duisternis geschiedt, krijgt het optreden groote overeenkomst met dat uit den SO. 6). Meestentijds zal het voordeel, verbonden aan het uitstellen van een aanval tot de duisternis, moeten worden afgewogen tegen het tijdverlies daaraan verbonden. 7). De ontwikkeling naar breedte en diepte staat in nauw ver band met den tactischen aard van den aanval. De verschillende schakeeringen daarvan liggen tusschen het ontmoetingsgevecht van zelfstandige, niet te groote afdeelingen eenerzijds en den aanval tegen een versterkte zone anderzijds. 20

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 20