Hierbij is als norm aangenomen, dat een mensch ongeveer een mill. cal. per jaar aan voeding noodig heeft (een kleine 3000 per dag). Die opgave geeft ons dus den sleutel hoeveel inwoners de bodem voeden kan, als deze doelmatig bebouwd wordt. Er blijkt direct uit, het groote verschil tusschen graan-, aardap pelen- en suikerbietenbouw, en groenvoeder- en grasbouw. Bij voortbrenging van rijp ossenvleesch voedt I HA. groenvoeder slechts 2 mensch dat is dus 40 van het productievermogen van 1 HA. aan suikerbieten en '/l0 van 1 HA. aan graan. Hier zit dus de kern van het geheele voedingsprobleem Daarom heeft men in Eng. en in Holland tijdens den oorlog op scheuring van weiland aangedrongen. Berekent men nu de gemiddelde jaaropbrengst van Duitschl. vóór den oorlog (19071913), dan komt men tot opmerkelijke cijfers Billioenen cal. De totale opbrengst bedroeg 235. Hiervan was direct voor den mensch bruikbaar 86,311=86.3 en slechts indirect (via het dier) terecht als bruikbaar 148,7! Hiervan komt (via het dier) terecht als bruikbaar voor den mensch 23,4 De oogst gaf dus als „zuivere" voedingswaarde voor den mensch 109,7. Rekent men nu weer per hoofd per jaar een millioen calorieën, dan leverde dus de oogst in D. vóór den oorlog per jaar voedsel op voor 110 millioen menschen. En desniettegenstaande was invoer noodig! Maakt men echter gebruik van de resultaten uit deze beschou wing verkregen, dan kan de tegenwoordige Duitsche bodem 125 millioen menschen voeden, en zette men nog meer land in bouwland om, dan zou D. 155 millioen menschen kunnen voeden. Vervangt men de paarden door motoren, dan kan hun voedsel Dit is niet in strijd met de opgaven, voorkomend in de laatste beide kolommen van vorengaand staatje. Het fokken van enkel slachtvee is nl. nog veel minder economisch dan van melk- e n slachtvee. 24 Ruwe voedingswaarde in milliotnen calorieën. j Totale bruikbaarheid voor den mensch in mill. cal. dus met behulp van dier voeding voor den afval, gras, klaver, enz. Aantal menschen 6,90 5,30 5,3 S»0 O 5,93 4,28 4,3 6,85 4.48 4,5 CTj x: 6,85 3,92 3,9 9,00 7,72' 7,7 '3 25,80 12,00 19,50 19,5 2,64 9,75 2,15 2,6 2,15 6,60 1,45 1,45

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 24