ad. Verbindingen en bevestigingen. Devisschersknoop, schuifsteek en galeilus kunnen vervallen, omdat de kennis daarvan niet noodzakelijk is voor pionierwerk. Van de kruissjorring en de platte sjorring kan er eenvoudshalve gerust een vervallen. Dat „een sjorring" begint met een knoop of steek maar niet met een mastworp, zooals op blz. 12 staat, is niet juist; een platte sjorring begint bij voorkeur met een mastworp. Vetgedrukt ware aan te geven, waarop altijd bij het maken van sjorringen gelet moet worden, n. 1 dat de slagen sluitend gelegd worden en dat het touw gedurende het binden van het begin af steeds goed gestrekt blijft. Fig. 41 zal voor niet ingewijden wel niet erg duidelijk zijn. ad. p. 24 en 25. Kunnen gerust vervallen. De troep kan wel schuiltenten maken zonder V. P., terwijl het maken van afdaken voor paarden een onbegonnen werk is, omdat deze aan zoodanige eischen van soliditeit moeten voldoen, dat alleen bij een langdurig verblijf van het maken er van sprake zou kunnen zijn. Maar dan is het ook eenvoudiger en beter, ergens schaduw op te zoeken, en geen afdaken te maken. ad. p. 28. Men heeft hier veel te veel cijfers gegeven, zoodat er geen enkel onthouden wordt. Waarom niet alleen een getal voor spijsbereiding en drinkwater gegeven, want daar komt het op aan. De rest is bijzaak, want is er geen wasch- en badwater, dan wascht of baadt men zich desnoods een paar dagen niet. Alleen voor meer of minder permanente bivaks, kunnen dergelijke cijfers een enkele maal van belang zijn, maar daar moet het V. P. niet voor zijn. Dat echter bij de samenstelling van dit V. P. m. i. geheel ten onrechte— dikwijls aan een langdurig verblijf gedacht is, blijkt o. a. uit het verhaal over leksteenen in p. 29. ad. p. 30. Jammer dat men aan het zoo belangrijke onderwerp „uitkijkstellingen" zoo weinig aandacht heeft besteed. Fig. 56 leert niemand iets omtrent de constructie, en tekst is er niet bij. En toch is een goede constructie voor een uitkijkstelling wel gewenscht, omdat het niet prettig is met stelling en al om te vallen. Fig. 57 is technisch onjuist, dat barakje valt om. Fig. 58 met horizontaal afdak lijkt me niet prettig in den regentijd. Fig. 60 is zeer gezocht, technisch moeilijk te maken en de figuur zelf foutief. Opmerkelijk is het, dat in vrijwel alle constructies, waar dat beslist noodzakelijk is, de schoren ontbreken. ad. Wegen. Waarom die indeeling zonder eind van de wegen? Wat kan het een soldaat schelen of hij weet wat een natuurlijke, een kunst-, een communicatie-, een colonne-, een marsch- of gevechtscolonne- of een tijdelijke weg is? Theoretische schijnge leerdheid zonder eenige practische waarde. Ook het opgeven van 7 verschillende breedten van wegen leidt slechts tot verwarring. 27

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 27