Desnoods had men wel wat dieper op de constructie van wegen in kunnen gaan. ad. Vlotten. Fig. 69 is, ondanks zij precies uit het Handboek Technischen Dienst Genietroepen overgenomen is, foutief. Waarom ontbreekt een goede beschrijving met schetsen van het best bruik bare Indische vlot, n. 1. met bamboe drijvers? Zie o a. l.M.T. 1921. ad. Bruggen. Ook hier, evenals bij wegen, een indeeling zonder practische waarde. En ook hier ontbreekt een beschrijving van de zoo practische bamboevlotbrug. Zie o.a I. M. T. 1915 en 1917. Fig. 76 is onnauwkeurig. Fig. 89 geeft een schets van een kreedek met 40 ijzerdraden, over een breedte van 90 cM., wat wel niet gemaakt zal kunnen worden, zonder groote openingen tusschen de wila's en dat zal de bedoeling wel niet zijn. Fig. 90 en 91 moeten t. g. t. iets gedraaid worden. Veldversterkingen. De volgende hoofdzaken zou ik naar voren gebracht willen zien. 1. ELKE AFDEEL1NG, DIE OM WELKE REDEN OOK, HALT houdt, terwijl een treffen met den vijand niet TOT DE ONMOGELIJKHEDEN BEHOORT, NEEMT DIRECT MAATREGELEN OM DOOR TERRE1NVERSTERKING HAAR POSITIE TE VERBETEREN. Nooit moet een comdt zich kunnen verantwoorden met te zeggen, dat hij den vijand nog niet verwacht had. Elke oorlog leert, dat de vijand dikwijls op ongelegen tijden komt. Verder moet vooral de geest en niet de letter der redactie in het oog gehouden worden, zoodat geen overbodige maatregelen genomen, maar ook geen noodzakelijke nagelaten, worden. 2. BIJ HET INRICHTEN VAN STELLINGEN KOMEN TAC TISCHE EN TECHNISCHE EI SC HEN BIJNA STEEDS Al ET ELKAAR IN BOTSING. MEN VERGETE DAN NIET DAT DE TACTISCHE HET ZWAARST MOETEN WEGEN. Dus zal een minder goede dekking met goede vuuruitwerking gekozen moeten worden, boven een uitstekende dekking met minder goede vuuruitwerking. Wel zal men in de eerste opstelling meer verliezen lijden, maar ook den vijand meer verliezen toebrengen en daar komt het op aan. In de tweede opstelling is men ten ondergang gedoemd. 3. MITRAILLEURS GEVEN BIJ BREEDE DOELEN DOOR HUN GROOTE VUURSNELHEID IN FLANKEERENDE OP STELLING EEN ENORME TROEPENBESPARING. Waar normaal in breed front aangevallen wordt, zijn zij dus het wapen voor een stelling. Men begint daarom een stelling in te richten, door flankeerende mitr.-opstn. te maken. Dit kost weinig tijd en arbeid, en is dus spoedig klaar. En voor den tegenaan val, c. q. aanval als de vijand de zijne niet doorzet, blijven de meeste troepen beschikbaar. 28

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 28