Omdat de eene als officier zich gelijkwaardig weet aati
den andere. A gunt B zijn voordeel van harte, maar
gunt het zichzelf ook! Gelijkwaardige individuen, gelijkwaardige
groepen vergelijken zich in onze maatschappij steeds met elkaar.
Hoeveel te meer als die individuen en groepen onder eenzelfde
departement ressorteeren
Welk een chaos de huidige bevorderingsregeling kan veroorzaken
moge uit het navolgende blijken.
Wij doen slechts een greep. Er zijn Kapiteins van 6, naast
cel ij koesterden van 22 dienstjaren als officier. Worden zij gelijk
tijdig "afgekeurd, dan genieten beiden (de een nog jong, de ander
misschien al grootvader) een gelijk pensioen.
Op te merken vallen oversten met 28 en met 18 jaren dienst.
Nog wel in éénzelfde dienstvak viel voor kort waar te nemen
een majoor met 28 en een met 18 dienstjaren.
Daar tusschendoor Kolonels met 24 a 25 dienstjaren.
Bij het opslaan van een oud officiersboekje bleek, dat onze
thans aan het bewind zijnde Legercommandant 18 maanden
later tot kapitein werd benoemd dan een tijdgenoot van het
zelfde wapen, die één nummer hooger was gerangschikt
Met alle door ons genoemde moreele en mat. nadeelen weet
de heer D. echter raad. Voor elk nadeel moet een regeling
worden getroffen, o. a. ten aanzien van het W. en W. fonds, het
Reisreglement, de plaatsing bij den Gen. Staf, scheeve hiërarchieke
dienstverhoudingen, de huizenkwestie, enz.
Van den heer D. mogen wij met reden verwachten, dat hij in
woord en geschrift zal trachten mede te werken tot de totstand
koming dier regelingen. Hij kan b. v. beginnen met die van
het W. en W. fonds, welke onlangs precies op dezelfde leest
geschoeid is als voor ettelijke jaren terug (n. 1. berustend op
het beginsel van toekenning der pensioensbedragen naar gelang
der laatst bekleede rangen) den Volksraad ter beoordeeling werd
aangeboden.
De heer D. zal spoedig ontwaren, welk een hopelooze arbeid
daarmee gemoeid is en voor welke onoverkomelijke bezwaren
hij komt te staan.
Nadat al de regelingen zijn getroffen, „blijft er van onze
materieele bezwaren absoluut niets over." Op dergelijke manier
maakt de heer D. zich af van een ernstig, het algemeen leger
belang ten nauwste rakend, onderwerp.
Op één punt geeft S ons een theoretische mogelijkheid
toe n 1 grooter kans om het te brengen tot Leger- en Divisie-
commandant en Hoofd en Hoofdoff. van den Gen. Staf. Waar
mogelijkheden erkend worden, daar bestaan feiten en deze feiten
zullen zich eerder openbaren dan de heer D. wel vermoedt.
Ten slotte betrapt de heer D. ons op een fout, waar wij
meenden, dat de Russ. batterij vroeger werd gecommandeerd
46