De vraag rijst, of het wel wenschelijk moet worden geacht de opleiding tot ond. off. en een deel der opleiding tot officier bij hetzelfde korps te doen plaats vinden. Schr. kan zich geheel vereenigen met het voordeel dat de vooropleiding verschaft, n. 1. eenerzijds de gelegenheid, zoodoende aan de jongelui geboden, om zich, voor zij zich vast verbinden, gemakkelijk terug te trekken als hun bij nadere kennismaking de militaire dienst niet bevalt, anderzijds de mogelijkheid op deze wijze geschapen om hen, die slechte karaktereigen schappen vertoonen, op gemakkelijker wijze uit te sluiten dan nu het geval is, als deze eigenschappen zich eerst op de Academie openbaren. Verder lezen we „De opleiding aan de K M. A. denk ik mij dan conform het prae-advies der Holl. off. vereenigingen, of zoo dit niet mogelijk geacht wordt, aan sluitende bij de door de N. 1.0. V. commissie voorgestelde opleiding, ongeveer als die van voor den oorlog wat indeeling betreft, met de noodige veranderingen in de keuze der vakken, verdeeling der lesuren en verhouding van theorie en practijk (vooral in verband met de genoten vooropleiding) en met detacheeringen in den rang van korporaal en sergeant bij de K o 1. Reserve gedurende den zomer" Dr. Roelfsema geeft weer een vervolg „Reglement of Wetenschap", waarin S. opmerkt, dat de doktoren onvoldoende op de hoogte zijn van de medische tactiek Ook het volgende willen we nog aanhalen (eigenlijk herhalen), want het raakt de oorlogsvoorbereiding. „Het deed me goed, dat mijn jongere collega de Vrieze in de November aflevering van dit blad in zijn kort verslag van het Internationale Congres van den Mil. Oen. Dienst te Brussel mededeelt, dat op dit Congres een betere militaire opleiding van officieren van gezondheid noodig werd geoordeeld" Voor het Hoofdbureau van den Geneeskundigen Dienst ligt hier een nagenoeg braak arbeidsveld, dat dringend ont ginning eischt, een arbeid, waarvoor tijd en krachten gevonden moeten worden, zij het ook ten koste van andere zaken. Een eerste stap in de goede richting zou kunnen zijn het plaatsen van een off. v. gez. bij den Generalen Staf om mede te werken aan het stellen van moderne regelen voor het gebruik van den M. G. D. in oorlogstijd. Aan de hand van die regelen zoude dan daarna de oorlogs voorbereiding kunnen worden ter hand genomen, natuurlijk door het orgaan, dat daarvoor is aangewezen, t. w. de Generale Staf, welk dienstvak daartoe echter over een medisch adviseur dient te beschikken, welke thans, evenals niet te missen raadslieden der Intendance en der Genie, ontbreekt. Men denke niet, dat zulks niet noodig is, omdat men toch altijd raad kan inwinnen bij de Zusterafdeelingen IV, VI en VII B. Veel grooter rendement wordt verkregen door een officier van de betrokken wapens en dienstvakken te plaat sen onder de uitsluitende bevelen van het Hoofd van den Generalen Staf, tenzij wat wel niet gebeuren zal aan bedoeld Hoofd alle Inspecteurs, tevens Afdeelingshoofden, rechtstreeks ondergeschikt worden gemaakt. 52

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 52