stormaanval is niet meer dat van den wilden bajonetaanval, doch meer het langzaam zich naar voren arbeiden van verschillende aanvalsgroepen. Een „allmahliches Sichdürchfressen" door de weerstandstreek van den vijand, onmiddellijk gesteund door de eigen hulpwapens. Bij het ontvangen van Inf.-vuur is, volgens hem, noodig dadelijk liggen, volle dekking nemen, het vuur over zich heen te laten gaan en eerst daarna de noodige veranderingen in de formatie aan te nemen. Alleen als een goede dekking zeer nabij is, mag in het vijandelijk vuur worden doorgeloopen. Zijn enkele groepen in de vijandelijke stelling ingebroken, dan moeten zij niet te snel trachten de weerstand biedende deelen te omvatten, doch moeten zich eerst beijveren om meer diepte te winnen. De volgende afdeelingen, die naar dezelfde „Ein- bruchsstelle" gedirigeerd worden moeten de omvatting uitvoeren. Stuit men op een enkel licht- of zwaar M. G., dan moeten de groepen, die zijwaarts kunnen uitbuigen, onder dekking de voor- waartsche beweging volhouden, de groepen, die het M. G. in front hebben, moeien dadelijk neervallen en volle dekking nemen. Is een afdeeling in de flank van den vijand gekomen, dan moet dadelijk snel worden aangevallen, zoodat de vijand geen tijd heeft een M. G. daartegenover in stelling te brengen. Bij het aanvallen op deze wijze wordt dadelijk de tirailleurlinie gevormd. Mij dunkt dat wij uit zijne beschrijving een helder denkbeeld krijgen van den gang van het moderne gevecht. V. Opleiding van de compagnie. Zooals wij hebben gezien, worden ten bate van het moderne Inf.-gevecht bijzonder hooge eischen gesteld' aan de opleiding van de comp., niet alleen aan de op leiding van den enkelen man, doch ook aan de opleiding van het kader. In zijn werkje „Entwurf eines Excercierreglements für die Inf." geeft Pfeifer mede behartenswaardige wenken voor de opleiding tot het gevecht en is zijn arbeid een nauwgezette studie over waard. Bij de vorming van den soldaat legt hij het zwaartepunt op het benutten van het terrein, het gebukt sluipend voorwaarts gaan, het kruipen, het opmerken van doelen in het terrein en het gebruik van het pioniergereedschap. Hem moet geleerd worden: werkelijk volle dekking te nemen en zijn hoofd niet bloot te geven vóór het noodig is om het vuur te openen, dan wel voor waarts te gaan. Daartoe is het gewenscht geoefende manschappen te gebruiken, die met losse schoten aangeven, als er fouten worden gemaakt, zoodat de instructeur ze kan verbeteren. Hierbij meen ik - te moeten wijzen op een fout, welke ik bij nagenoeg alle oefeningen zie gebeuren en waarop ik dan ook dikwijls de aandacht vestig. Die is, dat de aanvoerders zelve zich onvoldoende dekken. Maar wanneer de kogels fluiten, dan zullen diezelfde aanvoerders zich wel moeten dekken en wat de 13

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 13