eenvoudige soldaat dan zal denken van zijn aanvoerders, wil ik den H. H. besparen. Zij moeten zich bij de oefeningen gewennen hunne troepen van uit een gedekte opstelling te leiden, dan kijkt de man niet verwonderd, als hij zulks in den oorlog ziet gebeuren. Overigens verdedigt Ffeifer in zijne brochure „Gesichtspunkte für die Gefechtsausbildung der lnf. in der Verteidigung und im Angriff", de grondstelregel Alvorens men de lnf. opleidt tot het offensief gevecht moet men haar opleiden voor de verdediging. Met dezen stelregel beweert hij niet, dat de verdediging belangrijker is dan de aanval, doch hij zegt, dat een rationeele aanval moet berusten op een degelijke kennis van de middelen, welke bij de moderne verdediging worden aangewend. De troep moet bij den aanval weten wat hem te wachten staat en moet door niets worden verrast. Immers, zegt hij, de zeeman die een schip wil aanvallen zal eerst zorgen te weten de dikte van het pantser, de draagwijdte der kanonnen, de vaartsnelheid enz., voordat hij bepaalt met welke krachten hij het schip kan aanvallen. Dit is m.i. een volkomen logische redeneering, welke Pfeifer bewijst uit het verloop van den oorlog. Om die reden, zegt Pfeifer, is het belachelijk een leger op te leiden uitsluitend voor den aanval. Hij verzet zich o.a. tegen de z.i. te groote fronten bij aanval en verdediging en meent, dat de Divisie bij den aanval geen grooter front zal kunnen hebben dan 2 K. M. of 250 M. per bataljon. Dit komt vrijwel overeen met het voor ons voor geschreven aanvalsfront. Hoe echter ook de troepen zullen worden geoefend tot het gevecht, het allereerste wat noodig is het lijkt vreemd zijn de gesloten exercities. „Drill werden wir nie entbehren können auch nicht in der Armee des strengst democratisch gebildeten Staates. Denn erst durch ihn kommt Disciplin in die Truppe und jé scharfer sie ist, desto besser schlagen sich die Leute. Der Mann im Feld musz angefaszt werden, und das hatte er letzten Endes auch gar nicht ungern wenn er nur gerecht behandelt wurde Tout comine chez nous! Het bovenstaande is een aanhaling uit een artikel van den luitenajn von Hesse, waarvan de lectuur warm wordt aanbevolen. Iets anders frappeerde mij ook nog in dit artikel (Schweiz. Mil. Zeit. 29 October 1921) en dat is het volgende: In het W. Jaar- bericht verdedigde ik vroeger eens de opvatting om bij verdedi- gingsliniën, voorpostenopstellingen de lijn van weerstand zoo ver mogelijk naar voren te leggen opdat het gevecht zou be ginnen met een algemeen „voorwaarts" over de heele linie. Later heb ik gemeend dit te moeten intrekken op grond van de krijgs- ervaring, doch nu schrijft Luitenant Hesse: „Die bewegliche Verteidigung bestand darin das sich dievorn befindlichen Posten und Gruppen auf eine Haupt-Verteidigungs- linie ziirückzogen sobald sie den feindlichen Angriff erkannt hatten. 14

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 14