door torp. booten. Verder werd een beveiligingsketen ingesteld
in de lijn Agosta-Tripolis, terwijl tusschen Griekenland, Greta
en Tobruk een 2de keten was uitgezet.
De vloot kwam den 12en op de reede van Tripolis aan.
Met de ontscheping werd onmiddellijk aangevangenzij
verliep zeer vlot en had in den aanvang bij gunstige weersge
steldheid plaats, zoodat den 11 en 's avonds 5 bat. Inf. waren
ontscheept. In den avond van den 12en tot den 14en Oct.
werd de zee onrustig en moest de ontscheping worden gestaakt,
omdat de pontons niet genoeg zeewaardig bleken te zijn.
Den 15en Oct waren alle troepen aan wal en was een groot
deel van de paarden, van het materieel en de voorraden ontscheept.
De leiding berustte bij een commissie van genie- en marineof
ficieren, onder voorzitterschap van een officier van den Marinestaf.
Verscheidene pieren (4) waren gebouwd, elk voorzien van een
zeer duidelijk zichtbaar nummer, welke overeen kwam met die
der betrokken transportschepen.
Behalve over de mede genomen debarkementsmiddelen be
schikte men over een groot aantal visschersbooten, welke op het
eiland Lampedusa waren ingehuurd en door de eigen bemanning
werden bediend; zij bewezen goede diensten.
Ondertusschen was te Napels het tweede transport-échelon
ingescheept (14 schepen) en ving den 13en Oct. vergezeld door
2 kruisers den tocht naar Tripolis aan, waar het den 15en Oct.
het anker uitwierp. Dit transport bevatte, behalve de troepen,
een groot aantal paarden, draagdieren, slachtvee, watertanks en
een groote voorraad geld.
De ontscheping was den 16en geëindigd; den 18en werden
met de Bosnia, behalve een voorraad genees- en verbandmiddelen
van het Roode Kruis, de vreemde militaire attaché's overgebracht.
Den 4en December 1911 had het eerste oprukken naar het
binnenland plaats.
Bezetting van Derna op den 19en Oct. 1911. (Schets III).
Reeds den 7en Oct verscheen vóór deze plaats een oorlogs
schip, hetwelk een afdeeling marine land. div. aan wal trachtte
te zetten, doch hierin werd verhinderd door het vuur van de
bezetting (1 bat.) gesteund door de Arabische bevolking.
Ter bestraffing werden het kasteel en de kazerne den volgenden
dag gebombardeerd.
Den 16en Oct. evenwel verscheen een flotielje van 3 gep.
kruisers vóór de stad en werd de overgave geëischt. Nadat de
aan boord van het vlaggeschip gekomen parlementairs weer aan
wal waren teruggekeerd, werd 11.30 v. het vuur geopend. Tijdens
de vuurpauze van 1212.35 werd een verkenning verricht door
een met matrozen bemande sloep, welke op 150 M. van den
wal gekomen, onder vuur werd genomen vanuit de aan het
strand gelegen huizen. Het vuur van de oorlogschepen legde
spoedig daarna deze huizen in puin. 2 u. n. m. werd weder een poging
24