10. Na springoefeningen zal de gebruiker toezien, dat het
springmateriëel dadelijk weer wordt opgeborgen.
TOELICHTINGEN.
Waar de manegedeuren naar binnen openen, eischt de veiligheid,
dat „al wie zich in de rijbaan wil wagen" vooraf de reeds aanwezigen
daarmede in kennis stelt. Het schijnt voor velen moeilijk aan dezen
vorm te voldoen. Ik zag er wel, die uit de verte den buiten
wachtenden manegeplanton toewuifden de deuren te openen en
kwamen binnendraven. Aangezien die planton een Inlander was,
gehoorzaamde hij aan het bevel, niet bedenkende, dat het plotseling
openwerpen der deuren désordre en ook ongelukken kan veroor
zaken. Ook waar de deuren naar buiten openen veroorzaakt het
onverwacht binnenkomen onrust. Het waarschuwen van de reeds
aanwezigen kan geschieden door den planton een sein op een
gong te doen geven of bij lage deuren door vóór het binnen
rijden enkele oogenblikken voor de poort te blijven wachten, zoodat
een ieder kan zien, dat iemand de rijbaan wenscht te betreden.
Hoewel, zuiver reglementair opgevat, in ieder geval de mindere
het eerst behoort te groeten, komt het mij voor, dat het van gentle
manlike opvatting zou getuigen, indien steeds de nieuwkomer de
reeds aanwezigen groet, evenals wie vertrekt de blijvenden (naar
den stelregel: qui vient, qui passe, qui part salue). Echter schijnt
hieromtrent verschil van meening mogelijk te zijn, evenals over
de vraag of de meerdere het eerst zal groeten als zijn mindere
collega in gezelschap is van een dame.
Wie in stap op den hoefslag blijft rijden, belet de anderen zon
der stoornis op dien hoefslag te draven. Hetzelfde geldt voor wie
een groote volte rijdt. Daarom in die gevallen naast den hoefslag
Om gelijke redenen behoort het halttiouden niet anders dan in het
midden van de manege te geschieden.
Wanneer men wil afwenden, dan moet het niet mogelijk zijn, dat
men wordt aangereden door iemand, die net van plan was achterop
te rijden. Dit voorbijrijden is ook dikwijls oorzaak van onrust der
paarden met als gevolg het tegen den manegewand aandringen
of springen van het buiten gaande paard. Daarom behoort degene,
die een vlotter tempo rijdt dan de voorganger, tijdig af te wenden.
Hetzelfde geldt voor degenen, die galoppeeren, terwijl de anderen
draven. De draf is in de manege de gang, die de meeste rechten
geeft. Toch komt het dikwijls voor, dat men hoewel in draf, wel
van den invloed van den manegewand afstand zou kunnen doen,
zoodat men zoo welwillend zou kunnen zijn voor hen, die ga
loppeeren, den hoefslag vrij te laten.
Hoewel de regel, dat wie op de rechterhand rijdt, recht heeft op
den hoefslag te blijven, in staat stelt vrij te kiezen op welke hand
men wil rijden, is het altijd gewenscht ontmoetingen te vermijden,
hetgeen het eenvoudigste geschiedt, door op dezelfde hand te
rijden als de oudste der aanwezigen.
36