Zoolang men niet alleen is, behooren geen hindernissen te worden gep'aatst, noch mag worden gelongeerd. Evenmin gaat het aan, dat men africhtingsproeven doet met onhandelbare paarden. In theorie lijkt het geheel overbodig, dat dit hier vermeld wordt, maar in de practijk wordt meermalen tegen deze regels gezondigd en dan in de eerste plaats door ouderen tegenover jongeren. Ik zou zoo gaarne de manege willen zien beschouwd als een plaats waar men meer dan ergens anders „heer" is. De regel in het Haagsche versje „kom tijdig, ga op tijd er uit" bedoelt te voorkomen, dat men, door niet op de voor het gebruik van de manege door den Plaatselijken Commandant vastgestelde tijden te letten, inbreuk maakt op de rechten van anderen. Tot slot deze regel, die alle andere in zicht sluit: IEDER DOE ZIJN UITERSTE BEST ANDEREN NIET TE HINDEREN. RUITER. 6. TACTISCHE SCHETSEN DOOR E. L vervolg). 5. De artilleriesteun. 1). Een krachtige steun van de art. is noodig, vooral in den SO. om den aanval gaande te houden. Inf. komt niet verder vooruit dan de steun van de art. rijkt. Daarbuiten is het art.- vuur voor de inf. van geen nut meer. Indien de aanval verder moet worden doorgezet, zonder dat op voorwaartsche stelling verandering gewacht kan worden, zullen speciale inf. battn. (begeleidende art.) beschikbaar moeten zijn, niettegenstaande het daaraan verbonden nadeel, dat die art. onttrokken is aan de eenhoofdige leiding van den A. C. 2). De aanval zal niet over het geheele front hetzelfde succes hebben. In plaatselijke gevechten zullen verder doorgedrongen onderdeelen den steun behoeven van art. (inf. geschut), optredend onder bevel van den Comdt. van het betrokken onderdeel, die gerekend moet worden, het best in staat te zijn de vereischte bevelen aan die art. te geven. 3). Niettegenstaande de voordeelen, verbonden aan een een hoofdige art. leiding, mag nooit nagelaten worden de noodige art. ter begeleiding van de inf. in te deelen, ook al kan (als toevallige bate) die art. eerst deelnemen aan de art.-voorbereidingen. 4). De taak van de art. is: 1. Neerhouden van de vijandelijke art., mijnwerpers en mitrs. 2. Neerhouden van de vijandelijke loopgraaf-bezetting; het stormrijp schieten der vijandelijke stellingen. 37

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 37