3. Vuur op reserves, verbindingen, waarnemingsposten, muni-
tieaanvoer.
4. Steunen van de aanvallende inf. door een vuurwals.
5. Begeleiden van inf. met geschut (inf.- en veld-) tot het van
nabij breken van plaatselijken weerstand.
6. Steun aan inf. door afsluitingsvuur.
7. Afweren van tegenaanvallen.
5). De tijd, noodig voor het onderdrukken van vaak moeilijk
te vinden battn kan belangrijk bekort worden door terreindeelen
te vergassen. Vooral tijdens den storm moeten alle middelen
worden aangewend om de vijandelijke art. neer te drukken door
gas- en scherfprojectielen.
6). De art. kan haar vuur concentreeren op bepaalde stelling
gedeelten of een storend vuur over het geheele front afgeven.
Voor dit laatste is meer munitie vereischt.
7). Tegen de in het tusschenterrein moeilijk vindbare mitr.-
nesten dient de vuurwals, een vóór de inf. uitgaande vuursoort,
die het geheele front ervan bedekt. Een hoofdvereischte bij de
toepassing ervan is, dat het tempo van de inf. en de vuurwals
nauwkeurig gelijk zijn. Beider snelheid moet voor elk geval
nadrukkelijk worden voorgeschreven.
8). Van invloed zijn
1. de aard van het door de inf. te doorloopen terrein;
2. de verwachte mate van weerstand
3. de dichtheid van de vuurwals
4. het gewicht, dat aan de verrassing wordt gehecht en
dat oorzaak worden kan, dat de vuurwals sneller wordt
afgegeven
5. de lengte der sprongen. Hoe grooter de sprongen in de
vuurwals worden, hoe minder de dichtheid van den
projectielregen op het terrein.
9). Behalve in den SO. zal als regel geen voldoende hoe
veelheid mun. beschikbaar zijn voor een vuurwals over het ge
heele front.
10). Het is practisch niet uitvoerbaar, de snelheid van de
vuurwals te laten afhangen van de snelheid van de inf. zonder
die te voren voor te schrijven. Het optreden achter een
vuurwals moet dan ook tot in oorlogstijd toe door de inf. en art.
herhaaldelijk practisch beoefend worden alvorens zulk een vuurwals
toe te passen.
Hoe dichter de inf. opsluit, hoe beter. Kleine smalle colon
nes zijn daarbij de beste vormen.
11). Wanneer de voorwaartsche beweging gestaakt moet worden,
hetzij door de duisternis, hetzij door onoverkomelijken weerstand,
moet de bevelvoering maatregelen nemen, dat het art.-vuur op
nieuw wordt georganiseerd om den volgenden dag den aanval
voort te zetten.
12). De snelheid van de vuurwals kan bedragen:
38