ciëel dat er twee Divisies zullen komen en bij elke Divisie één eskadron zal zijn ingedeeld. Wat er met de twee daardoor overcomplete Br.-eskadrons zal geschieden, ten dien opzichte verkeeren we vooralsnog in heilige onwetendheid en kunnen ons alleen in allerlei gissingen verdiepen, aan welke gissingen uit den aard der zaak, een of ander vermeende wenschelijkheid ten grondslag ligt. Zooals vanzelf spreekt zullen bij die reorganisatie tal van mogelijk- en noodzakelijkheden overdacht worden en ikwaaghet in de volgende regelen ook eene oplossing te geven, welke, naar ik hoop, het overdenken waard wordt geacht. Doortrokken met den tijdgeest, dat zuinigheid alles moet be- heerschen, dus dat die reorganisatie geen meerdere of hoogstens geringe uitgaven mag kosten, doch vasthoudende aan den onaf- wijsbaren eisch, dat verminderen funest zou zijn, komen we tot de volgende indeeling Volgens de huidige formatie zijn er 4 Br.-eskadrons van 3 pelotons, 2 esk. fcegercav. van 3 pelotons ieder, benevens 1 peloton ordonnansen, totaal dus 19 pelotons, waarvoor 6 Rit meesters beschikbaar zijn. Er zullen komen 2 Div.-eskadronsMoeten ieder dezer 3 of 4 pelotons sterk zijn In de laatste aflevering van het I. M. T. betoogt Ritmeester M. THOMSON, dat deze uit 4 pelotons moeten zijn samenge steld. Met dit betoog gaan we in hoofdzaak accoord en willen zelfs de daarin genoemde argumenten nog met een enkel ver meerderen, nl. ditBij den opmarsch van de Divisie zal, meer dan zulks bij de Br. het geval was, splitsing plaats hebben langs verschillende wegen. Waar de terreinomstandigheden ge woonlijk niet toelaten, dat het Div.-esk. beide afdn tegelijk dekt, of voor beiden tegelijk verkent, zal splitsing van het esk. ook noodig blijken. Één peloton afzonderen voor de kleinste colonne is wel het minimum. Bij eene indeeling in 3 pelotons zouden dus voor de hoofdcolonne slechts 2 pelotons overblijven, dat, gelet op de ook in het bovenvermelde artikel genoemde te ver vullen opdrachten ten eenenmale onvoldoende is. In Br.-verband werkende is het mij als Esk.-Comdt meermalen overkomen, dat hij detacheering van één Baton waarbij één peloton werd inge deeld, mij, na aftrek van een cav.-spits en enkele verkennings patrouilles nog slechts 8 ruiters en de sectie G M. in handen bleven. En nu waren het nog wel vredestoestanden, waarbij geen ge vangenen werden gemaakt, geen paarden of ruiters sneuvelden en buiten gevecht gestelden door eene scheidsrechterlijke beslis sing later weer combattanten werden enz., in het algemeen geen verliezen werden geleden en last not least de oefening hoogstens drie of vier dagen duurde. Ook in het gevecht, voor de bescherming der vleugels en voor de verkenning, welke gedurende die periode niet 41

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 41