langdurige afwezigheid buiten het garnizoen enz. enz. zijn alle factoren, die van grooten invloed zijn op de prestatiesmet vele van deze factoren hebben ook de commissies belast met het afnemen der vóórproef, rekening te houden en kan het hen in de meeste gevallen niet worden aangerekend, dat enkele van de opgezonden deelnemers te Bandoeng aan de proef niet voldeden. Alle begin is moeilijklaat ons tevreden zijn met de resultaten, die we in korten tijd bereikt hebben, ze geven ons kracht, om op den eenmaal ingeslagen weg te blijven voortgaan. J. W. M. DIEMONT. 9. OVER DE OFFICIERSDIENSTRIJPAARDEN. In het Febr.- en Maart-nummer van dit tijdschrift bepleit FIAT beperking van het afstaan van paarden aan officieren, waardoor een niet onaanzienlijke besparing van kosten zou worden verkregen. Bij zijne beschouwingen daarover die in meerdere opzichten zeer juist zijn, begaat hij echter de fout van het vraagstuk niet in zijn geheel onder het oog te zien. FIAT beperkt zich tot: ik weet niet waarom men aan bepaalde officieren de verplichting oplegt om dienstrijpaarden te houden, maar er kan van het lijstje best wat worden geschrapt. Het zou te ver voeren Fiat's redeneering punt voor punt aan critiek te onderwerpen. Ik stel echter de volgende beschouwing van het vraagstuk naast de zijne. Evenals men zegt: in tijd van oorlog zullen er eskadrons zijn bestaand uit een zeker aantal ruiters, dus moeten we in oorlogs tijd voor die ruiters paarden hebben, evenzoo moet men zeggen: in oorlogstijd moeten er een zeker aantal offn bereden zijn, dus moeten er voor die offn paarden zijn. Men moet dus beginnen met een lijst te maken van offn, die in oorlogstijd bereden moeten zijn, m. a. w. de oorlogsorganisatiën moeten den grondslag vormen, waarop het systeem van remon- teering en beheer van de voor het bereden maken van de mili tairen, die den rang van officier hebben, moet worden opgebouwd. Daarbij zal ook antwoord moeten worden gegeven op de vraag, welke officieren over meer dan een paard moeten beschikken. Bij het opstellen der o. o. n. zal men natuurlijk zoo zuinig zijn als de noodzaak dit toelaat. Echter hangen die organisatiën sterk af van persoonlijk inzicht. Als het van mij afhing, dan zou ik alle comp-comdtn bereden maken. Dit acht ik noodzakelijk. Daar entegen zou ik slechts den oudsten van de twee doktoren van een Batn een paard geven en den jongsten een rijwiel. Intendanten moeten n. m. m. bereden zijn. Van hun werk, ook buiten de groote wegen, hangt te veel af. Offn van den Gen. Staf, van de Cav. en van de Ber. Art. moeten voortdurend goed 47

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 47