de verkenning is echter in den tegenwoordigen oorlog een groote fout. Het is een der fouten, welke de troep betaalt met zijn bloed en toch heb ik bij geen der oefeningen, welke ik dit jaar bij mijne Batons heb gevolgd, zelfs niet bij kaderoefeningen en oefeningen op de kaart, bemerkt, dat dit begrip voldoende bij onze aanvoerders is doordrongen. In het tijdschrift „Wissen und Wehr" van Juli 1921 trot ik een artikel aan „Über die Formen des angelehnten Angriffs und die Verteidigung irn Bewegungskriege" en vond in hoofdstuk III „der Führerentschlusz", uitvoerige gegevens over de verkenning, welke aan de 1ste phase van het gevecht voorafgaat. Ik beveel den H. H. de lezing van dat artikel zeer aan en zal daarom maar weinig daaruit vertellen. De verkenning verloopt het eenvoudigste, indien de verdediger zich bevindt op open terrein, en indien men het meesterschap heeft in de lucht. Bij den aanval op Russische stellingen op het Oostfront konden de bevelhebbers aan Duitsche zijde meestal hun beschik kingen geven op de photo's der vliegeniers. In onze begroeide Indische terreinen zal dit echter zelden kunnen geschieden en moeten de gegevens der vliegeniers worden aangevuld door cavalerie, gesteund door wielrijders. Hierdoor komt men echter alleen de voorste lijn, welke door de tegenstanders is bezet te weten en aangezien de moderne verdedigingsliniën in groote diepte zijn aangelegd, zoodat men spreekt van „weerstands- strooken" is die wetenschap natuurlijk beslist onvoldoende. Dit heeft men in den oorlog dan ook ondervonden, want men was gewend zich bij manoeuvres en oefeningen tevreden te stel len met een verkenning van de voorste verdedigingslijn. Er werd toen door het Duitsche Hoofdkwartier bevolen om den aanval in den vervolge zoodanig te regelen, dat nadat de troepen de 1ste linie van verdediging zouden hebben genomen, de aanval moest worden gestaakt en niet doorgezet, alvorens de verkenning van de volgende versterkingen zoude zijn afgeloopen. Maar dit liep natuurlijk verkeerd uit. De man, die deze methode uitgevonden heeft, kende den troep niet en wist niet wat wij, met onze zeer beperkte ervaring van den oorlog, reeds weten, n. 1.,— dat het psychologisch moment juist komt na de vermeestering van de voorste versterkingen en dat men de grootste moeite heeft, de troepen, die de voorste verdedigingslijn hebben genomen, aan te zetten tot het doorzetten van den aanval, wanneer men die troe pen tot rust heeft doen komen. De schrijftafelstrategen vergeten zoo dikwijls, dat zij niet te maken hebben met ziellooze machines, maar met menschen van vleesch en bloed, geen stukken van een schaakspel, welke maar naar willekeur worden verplaatst. De strateeg moet den polsslag van den troep kunnen voelen en eerst als hij die kunst bezit, kan de strateeg een veldheer worden. De eerste maal, dat deze methode in de practijk werd gebracht, was 13 Juli 1915 bij Prasznitz. Voor den aanval waren z. g. 4

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 4