in Ned. het groote verschil met Java behoef ik niet nader uiteen te zetten dezelfde vraag ook ernstig is overwogen. De juistheid der verder door den Hr T. aangevoerde bedenkin gen tegen een, met één dag levensm. beladen, Auto-Tr. kan ik niet inzien. Waarom zou de „eenheid van handelen" door de toevoeging van zulk een trein aan de Brigade in het gedrang komen, indien met behulp van die auto's onder gewone omstan digheden „rollend magazijn"—, dan eerst „een Et.-dienst in het klein" georganiseerd wordt, als de „eigenlijke Et.-dienst" ophoudt te werken. Ik had echter andere diensten op het oog, toen ik sprak van „ergens op grooteren afstand" verplegingsmiddelen te gaan halen, n. 1. het verzamelen z n. van gras en brandhout binnen een zeker rayon, over afstanden welke voor gewone treinvoertuigen, paarden of dragers te groot zijn. Bij deze en dergelijke diensten bestaat voor het in de war sturen van de verkeersregeling in den rug der troepen, weinig gevaar. Eindelijk betoogde de Hr T., dat mun. en levensm. niet op een lijn gesteld kunnen worden, wat den daarvan mede te voeren reserve-voorraad (Mun. en Verpl. T.) betreft, omdat bij den troep slechts één gemiddelde dagvoorraad mun. aanwezig is, terwijl zich daarentegen behalve het rantsoen voor den loopenden dag, nog een rantsoen en twee noodrant soenen bij den troep bevinden. Op die wijze redeneerende zou de Hr. T. gemakkelijk tot de slotsom kunnen komen, dat de voorraad levensmiddelen nog wel wat verminderd kan worden. Zoo eenvoudig laat de behoefte aan levensmiddelen zich echter niet vergelijken met die aan mun. Om de juiste verhouding te vinden, zou men de kansrekening te hulp moeten roepen, en bovendien elk geval op zichzelf moeten beschouwen Gelukkig behoef ik zoo ver niet te gaan om aan te toonen, dat een reserve-voorraad levensmiddelen van één dag voor ons Ind. leger geen overbodige weelde zal zijn; daarvoor heb ik er slechts op te wijzen, dat bij het leger in Ned. (ongerekend het eten voor den loopenden dag) één .gewoon, één reserve- en twee noodrantsoenen, in Fr. twee gewone en twee noodrantsoenen-, en in Duitschl. twee gewone en drie noodrantsoenen bij de troepen worden meegevoerd. Een tweede punt, waarover ik nog altijd met den Hr. T. van meening verschil, is het volgende. Ik achtte het gewenscht, dat de D. E. V. uitsluitend zal zijn belast met de algemeene leiding van de onder den dienst van het Et.-en Verkeerswezen ressorteerende dienstenEt.-, Spoorweg-, Motordienst enzen dat aan den Et.-l. (Insp.) de directe leiding van den dienst op de Et.-lijn zal worden opgedragen, zooals ook de overige diensten In '14: 2 noodrations bij den man, 1 on den k. w., 1 ration op den k. w., 1 op den Proviantswagen en 4 op de Prov. en Fuhrparkkolonnen d i. 3 nood- en 6 gewone rations. (M. Speet. Febr. '22). Red. I. M. T. 52

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 52