beperkte aanvalsdoelen gelast, terwijl den troepen streng was verboden om na het bereiken van die doelen door te rukken. Toch deden de troepen zulks en vermeesterden in één aanloop alle drie aangelegde rijen versterkingen. U zult inzien, dat dit feit—al was het dan ook een succes—fataal was voor het prestige van het Hoofdkwartier. Bevelen moeten worden opgevolgd, en niet straffeloos worden overschreden Doch deze uitkomst was wel de beste vorm, waarin de fouten van den bevelhebber aan het daglicht werden gebracht. Het had ook anders kunnen afloopen. De troepen hadden ook tegen een zwaar versterkte 2de of 3de linie kunnen terecht komen en dan had het prestige van hun onmiddellijke aanvoerders een geweldigen knauw gekregen. En dat is nog een beetje erger. Er is dus' maar één middel en dat is om de verkenningsorganen den tijd te geven vóór den aanval hun zaken te doen en niet tijdens dien. De verkenning wordt dus gesplitst in 2 gedeelten n. 1. de eerste, waarop de beschikkingen voor de nadering worden genomen en de tweede, waarop de details van den aanval worden geregeld. Ook en vooral bij den bewegingsoorlog moet bij de uitvoering der verkenning de hooge ernst voorzitten, welke zij verdient. Verrassen zal men een vijand, die beschikt over de noodige vliegtuigen, toch nog maar zeer zelden. Hauptman Pfeifer, wiens denkbeelden en antecedenten ik U bij het behandelen van den aanval zal leeren kennen, schrijft dan ook, dat de methode, welke vroeger bij het ontmoetingsgevecht werd toegepast, n. 1. snelle ontwikkeling en overhaasten aanval, moet worden verlaten. Al kunnen vliegeniers geen gedetailleerde waarnemingen doen, zij kunnen toch de nadering van de tegenpartij reeds op zulke groote afstanden signaleeren, dat de partij, welke tot het verde digend gevecht besluit, gelegenheid heeft zich zoodanig in het terrein vast te zetten, dat een overhaaste aanval moet mislukken. Wij zien dus, dat de verkenning in belangrijkheid ten zeerste heeft gewonnen en dat alleen op de gegevens van een met den noodigen ernst uitgevoerde verkenning de A. B. in staat is zijne beschikkingen te nemen, noodig voor de 1ste phase van het gevecht. Daartoe moet hij weten, wanneer hij uit de marschfor- matie in de voorloopige gevechtsformatie moet overgaan, door welke terreinstrooken zijne troepen zullen moeten oprukken, van waaruit de eigen art. en zware mitrs de nadering moeten steunen, en ten slotte waar ongeveer de nadering zal kunnen eindigen en de basis worden gevestigd, van waaruit de aanval kan worden ondernomen. Dit alles moet worden opgenomen in een modern aanvalsbevel. IV. De nadering. Zoodra de troepen over dag zijn gekomen zóó nabij den vijand, dat kan worden verwacht, dat zij spoedig binnen vuurbereik van de vijandelijke art. zullen zijn, moet de marschvorm worden verlaten en door het terrein worden opgerukt in een formatie zoo min mogelijk kwetsbaar voor het vijandelijk 5

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 5