beveiliging en wordt alleen met vette letters gesproken over een ingrijpen in het gevecht, terwijl het m. i. juister zou zijn deze taak minder vet gedrukt aan te geven, doch de taak van ge vechtsbeveiliging met zeer vette letters op te nemen. In het „Excercitie-Reglement der Cav., tweede deel, onder het hoofdstuk „Het gebruik der Cav. in het gevecht der verbon den wapens" wordt deze taak meer aangeduid, doch ook m. i. nog niet genoeg in verband met haar belangrijkheid, want ik geloof werkelijk, dat juist voor onze kleine, Indische troepen verhoudingen en in onze bedekte en onoverzichtelijke terreinen, de gevechtsbeveiliging, na den verkenningsdienst, de belangrijkste taak van ons wapen is en zeer zeker van de Br.-cav. Waar mij bij Brigade- en garnizoens manoeuvres zoo herhaal delijk gebleken is, dat men onze werkzaamheden in dit opzicht zoo weinig kent en dus niet apprecieert, lijkt het mij voor de collega's van de andere wapens en ook voor de jongere kame raden van het eigen wapen, niet ondienstig om op deze kwestie eens nader in te gaan'. Voor het gemak zal ik bij deze bespreking steeds onze Indi sche Brigade in beschouwing nemen. Of deze troepenmacht nu grooter of kleiner is, of we haar Divisie noemen of hoe ook, dat doet aan den aard der zaak niets af. Alleen zal natuurlijk de cav.-comdt zich steeds rekenschap moeten geven van het geen hij beveiligen moet; de principes echter, volgens welke de beveiliging verricht wordt, blijven altijd dezelfde. Wat verstaan we nu onder „gevechtsbeveiliging" Niets anders dan de beveiliging van de vechtende troepenmacht gedurende het gevecht op haar flanken en in haar rug. Nu zal het natuur lijk van allerlei omstandigheden afhangen of we gedurende een gevecht ons naar alle richtingen even sterk beveiligen moeten, doch meestal zal zulks door aanleuning aan andere troepen, aanleuning aan onbegaanbaar of moeilijk begaanbaar dan wel geheel open terrein, enz., niet het geval zijn vaak ook zullen de resultaten van den verkenningsdienst zulke gegevens opgele verd hebben, dat de Br.-Comdt weet aan welke zijde hem het meeste gevaar dreigt en waar hij dus den meesten nadruk op zijn gevechtsbeveiliging moet leggen en kan het zelfs voorkomen, dat een flank of rug totaal niet in aanmerking komt voor het nemen van speciale veiligheidsmaatregelen. Hoe is nu bij ons eskadron Br.-cav. de gang van zaken, wan neer we overgaan tot de gevechtsbeveiliging? Nemen we het normale geval, dat onze brigade in opmarsch is naar den vijand, dan is dus ons eskadron in zijn geheel of ahhans grootendeels voor de Brigade uit als verkennende en beveiligende cav. Op een gegeven moment wordt de afstand tusschen de we- derzijdsche Inf. zoo klein, dat de cav. niet meer daartusschen kan blijven en begint dus het gevecht dan. Wat moet nu de Brigade-cav. doen? Thans moet de cav., ingedeeld als beveili- 61

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 61