77 hij meer en meer achterwaarts opgesteld en paste men daarbij het indirecte vuur toe. Zoodra echter de bew. oorlog in '18 weer begon, werd gecon stateerd: „Le combat en terrain libre favorisa les armes a tir tendu, armes automatiques en premier lieu et fusil, tandis que les armes a tir courbe qui avaient régné au cours des armées précédentes se voyaient détronées a leur tour". Dit moge in Fr. het geval zijn geweest, het terrein spreekt ten slotte het laatste woordin geaccidenteerd terrein zal „le tir courbe" zeer zeker ook in den bew. oorlog tot zijn recht komen. De D. deelden toen bij den aanval de gew.-mitr. in de voorste lijn, de mitr. in de 2de lijn in, zoodat de int. onder een soort „feu de barrage" voorwaarts ging het resultaat was echter vrij gering; vormde de linie van de tegenpartij niet een doorloopende lijn, dan had infiltratie plaats en diende het vuur feitelijk tot vasthouding van de groep, die men wilde omvattenwas zij ononderbroken dan werd geen succes verkregen „car les pertes n'étaient pas trés sensibles", vooral als de tegenpartij gelegenheid had zich in te graven. In open terrein was het vuur van eenige goede scherpschutters voldoende om den aanval te breken, (wordt vervolgd). „Stratégie et opérations dans 1' Est" wordt vervolgd; „Emploi de l'art. zegt t. a. v. „le feu de barrage": Si bien exécuté soit-il, et déclenché aussi rapidement que peuvent le lui permettre les moyens de transmission les plus parfaits, un tir de barrage n'arrêtera. jamais une attaque solidement montée". In plaats van dit vuur werden dan ook toegepast „les tirs de destruction, de harcèlement et d'interdiction". De 2 laatste vuren kunnen in den bew. oorlog in verband met de beperkte munitievoorraad slechts van bijkomstig nut zijn; „les tirs de destruction ont lieu, d'après un plan établi par le commandant, sur les batteries, les organisations importantes, les observations ou les travaux de l'ennemi". Bij den aanval heeft de art. tot taak: de verd. middelen van de tegenpartij te neutraliseeren, de weerstand, welke de inf. ondervindt, te breken en tegenaanvallen tegen te gaan; en vooral „l'aveuglement des observatoires" dus een beschieting van die punten met gasgranaten. T. a. v de verd. wordt gezegd„Inutile de lutter contre l'art. ennemie trop supérieure, l'objectief principale sera l'inf. advers e". Allgem. Schw. Mil. Zeitung Jan. „Vorfeldverteidigung" verwerpt het innemen van stellingen vóór de eigenlijk hoofdstelling, omdat de nadeelen grooter worden geacht dan de voordeelen. Wél wil Schr. een soort voorpostenopstelling bezigen, n. 1. door het uitzenden van patrs en posten, in het algemeen sterk: 1 tot 2 groepen per Cie. 1 gew.-mitr.; de patrs zijn 2—3 man sterk. Deze troepen kunnen gemakkelijk terugtrekken. „Die Verwendung des Brandfeuers in der modernen Kriegsführung" behandelt het gebruik van witte phosphor (vooral voor uitrooken van onderkomens), thermit enz. in handgranaten, art. en inf. projectielen, lucht- bommen enz. Monatshefte für Politik und Wchrmacht Dec. Uit „Die Lehren und Erfahrungen des Weltkrieges für unsere Inf. taktik beim Amgriff im Eew. krieg" zij aangehaald: „Es hat sich als unmöglich herausgestellt, dasz Inf. gleichwertige lnf. aus der Stellung herausschieszen kann". Hiermede vallen dus tevens de begrippen vuuroverwicht en hoofdvuurstelling. Dit neemt niet weg dat de opleiding in het schieten nog steeds op den voorgrond moet staan. „Die Hauptfeuerkraft des Zuges liegt in den L. M. G's, seine Stoszkraft in den Schützengruppen. T. a. v den stormaanval zegt Schr., dat de oude meening, dat het oogenblik van stormen door den Bat- Corndt. kan worden aangegeven, geheel foutief is gebleken; neen, alleen de voorste troepen voelen als het ware wanneer dit oogenblik is aangebroken. Op het eene punt lukt de stormaanval, op het andere verbloedt hijde verbanden gaan verloren; de achter volgende res. afdeelingen blijven voorwaarts gaan. „Kein Ein- schwenken gegen die weiter rechts und links noch Widerstand leistenden Teile des Gegners. Diese fallen beim weiteren Vordringen den nachrückenden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 77