den troep komen nog andere stemmen. „Einer meiner kiihnsten und erfahrensten Batallionskommandeure", schrijft Kolonel von Taysen „der leider am Schlusz des Weltkrieges gefallene Haupt- mann Ferdinand Prinz zu Solms, ging so weit den leichten M. G., tresonders im Hinblick auf die vielen wenig leistenden Ersatz- bedienungsleute vorzuwerfen, dasz sie den Angriffsgeist, den Stosz- truppgedanken zu schadigen vermochten (blz. 39 van zijn artikel). Kolonel Knapp schrijft in de Schw. Mil Zeitung van Febr. '21 dat men te ver gaat met te meenen, dat de Infanterist in de toekomst slechts zal dienen tot granaatwerper en in het hand gemeen. Onze Inf. is te goed om alleen te dienen om munitie aan te dragen voor de mitrs las ik in een Fransche ontboezeming. Luitenant von Hesse schrijft in zijn artikel. „Wahrheit aus der Front," auch der Infanterist verlernte das wichtigste sein Gewehr zu gebrauchen." In de organisatie van de eenheden van de den oorlog gevoerd hebbende legers kan men opmaken, hoe het inf. vuurgevecht in de toekomst zal worden gevoerd. Het vorige jaar heb ik de organisatie der Fransche en Duitsche inf.-korpsen uitvoerig met de heeren behandeld en zal mij daarom bepalen tot de volgende vergelijking van de bewapening. De Fransche compagnie telt 12 geweermitrs, 72 geweren en 60 karabijnen De Duitsche compagnie 6 lichte mitrs, 147 geweren, waarvan 10 met kijkervizier voor de beste schutters en 4 anti-tankgeweren, 2 afstandmeters en 150 patr. per man. Commentaar hierop is dunkt mij overbodig. De afdeelingen, die het vuurgevecht moeten voeren, worden zoo gedekt mogelijk opgesteld en tegen vuur en gezicht (ook uit de lucht) beveiligd. De algemeene lijn van de opstelling dezer vasthoudende groep wordt in het aanvalsbevel aangegeven, de juiste plaatsen echter door de aanvoerders in de voorste linie. In deze groep komen nu de liaisonofficieren van het Inf.- geschut en de zware mitrs en wordt de verbinding door middel van telefonen of anderszins geregeld. Tijdens de nu volgende phase van het gevecht is de verbinding tusschen Inf.-geschut, mitrs en de aanvallende troepen van groot gewicht. Men moet er niet op rekenen, dat verzoeken om steun van de aanvals- troepen komen, dat zou veel te lang duren. De hulpwapens moeten uit eigen oogen zien en op eigen initiatief doelen, welke zij zien, dat de Inf. hinderen, onder vuur nemen. Tijdens het nestelen nu van de vasthoudende afdeelingen in het terrein en tijdens het begin van het vuurgevecht, heeft de nadere verkenning van de vijandelijke opstelling plaats. Ook deze verkenning is onontbeerlijk, teneinde de troepen bij den aanval zooveel mogelijk te sparen en ook zij wordt bij de oefe ningen nog veel verzuimd. Waarom nu is zij noodig 10

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1922 | | pagina 10