resp. 1.05 en 1.30 M. kunnen gesteld worden. Bij hoogspringen
zijn toch lange personen zeer in 't voordeel en waar een groot
gedeelte van ons Leger uit Javanen bestaat, wier deelname aan
de zware proef zeer gering was, ware het vooral voor hen te
wenschen, dat deze eischen iets lichter gesteld werden. Alleen
voor hoogspringen met aanloop zijn in 1921 toch al 50 deelnemers
gezakt of 15 °/0. En bij hoog zonder aanloop zal het wel
niet veel beter zijn geweest.
5. „Ver met polsstok" voor ouderen kan makkelijk tot 5 M.
verzwaard worden. Het komt hier toch voornamelijk op handig
heid, niet zoo zeer op kracht aan.
6. De eisch „boksen" (eerst in 1923) vermeldt niet of op
punten wordt gebokst, of dat de knock out'' wordt vereischt.
Dit laatste denkelijk wel niet.
Er staatten genoege van de examen-commissie. Eenige dui
delijker omschrijving ware wel gewenscht.
Verder zij nog het volgende opgemerktDe uitslag van het
examen in 1921 (ik meen 125 niet geslaagden op een totaal
van 375) heeft weer uitgewezen, dat de vóórproef in het
garnizoen te „manis" wordt afgenomen. Wordt hier wat strenger
beoordeeld, dan zal ook serieuzer worden getraind en eerder
hiermee worden begonnen.
Velen beginnen pas één of twee weken van te voren. Ook
voor het physiek van de menschen is het beter, dat zij tijdig
gaan trainen.
Alleen zij, die een groote kans van slagen hebben, moeten
naar Bandoeng gezonden worden. En dan wilde een mij onbe
kende schrijver uit Magelang in de Preanger-Bode nog wel, dat
de zware proef in het garnizoen zelf werd afgenomen
De medaille zou in waarde dan zeer veel verliezen.
F. J. HAVER DROEZE.
NASCHRIFT.
Hoewel helaas de vaardigheidsproef tijdelijk is afgeschaft,
blijven de opmerkingen als door schrijver aangegeven, toch van
waarde voor bespreking, al zou daarmee eerst later rekening
gehouden kunnen worden.
N. a. van deze opmerkingen het volgende: Bij het vaststellen
der eischen werd uitgegaan van die, voorkomende in de vaardig
heidsproef, ingesteld door het N. O. C. Bekend is, dat deze
eischen, zoowel medisch, als technisch, met de grootste nauw
keurigheid werden vastgesteld en in vijf categoriën werden
verdeeld.
Om verschillende redenen werd bij het leger de proef slechts
onderscheiden in die voor jongeren (beneden 36 jaar) en die
voor ouderen (36 jaar en daarboven).
44